Controlelampje markeringslicht
Controlelampje grootlicht
Controlelampje dimlicht
Controlelampje mistachterlicht
Controlelampje richtingaanwijzers links
Controlelampje richtingaanwijzers rechts
Richtingaanwijzer airbag
Het licht op bij het aanzetten van het contact of het starten van de motor en dooft binnen enkele seconden.
Als het niet oplicht bij het aanzetten van het contact of als het oplicht bij draaiende motor, wijst dit op een storing in het systeem.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merkdealer.
Waarschuwingslampje geopend portier
Waarschuwingslampje stop onmiddellijk
Dit gaat branden wanneer het contact wordt aangezet of de motor wordt gestart en dooft zodra de motor draait. Het gaat tegelijk met andere waarschuwingslampjes en/of boodschap(pen) branden en gaat vergezeld van een geluidssignaal.
Het dwingt u, voor uw veiligheid, direct te stoppen zonder het verkeer in gevaar te brengen. Stop de motor en start deze niet opnieuw.
Roep de hulp in van een merkdealer.
Waarschuwingslampje storing remsysteem
Het licht op bij het aanzetten van het contact of het starten van de motor en dooft binnen enkele seconden.
Als het tijdens het remmen gaat branden met het waarschuwingslampje ® en er een geluidssignaal klinkt, dan wijst het op een daling van de hoeveelheid remvloeistof of een storing aan het remsysteem.
Stop onmiddellijk en raadpleeg een merkdealer.
Waarschuwingslampje laadstroom
Het licht op bij het aanzetten van het contact of het starten van de motor en dooft binnen enkele seconden.
Als het tijdens het rijden gaat branden samen met het waarschuwingslampje ® en er een geluidssignaal klinkt, betekent dit dat het elektrische circuit onvoldoende of te veel geladen wordt.
Stop en roep de hulp in van een merkdealer.
Waarschuwingslampje oliedruk
Het licht op bij het aanzetten van het contact of het starten van de motor en dooft binnen enkele seconden.
Als het tijdens het rijden gaat branden samen met het waarschuwingslampje ® en er een geluidssignaal klinkt, moet u direct stoppen en het contact uitzetten.
Controleer het oliepeil. Als het peil normaal is, betreft het controlelampje iets anders.
Roep de hulp in van een merkdealer.
Waarschuwingslampje snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging
Het licht op bij het aanzetten van het contact of het starten van de motor en dooft binnen enkele seconden. Als het tijdens het rijden oplicht samen met het waarschuwingslampje ®, duidt dit op een storing in het systeem.
Roep de hulp in van een merkdealer.
Waarschuwingslampje
Als dit tijdens het rijden rood wordt en het controlelampje ® verschijnt, moet u voor de veiligheid stoppen zodra de verkeersomstandigheden het toelaten.
Stop de motor en start deze niet opnieuw. Roep de hulp in van een merkdealer.
Als dit tijdens het rijden geel wordt en het controlelampje © verschijnt, moet u zo snel mogelijk een merkdealer raadplegen. Rijd ondertussen voorzichtig. Als u dit advies negeert, loopt u het risico dat uw auto beschadigd wordt.
Waarschuwingslampje
Dit gaat branden wanneer het contact wordt aangezet of de motor wordt gestart en dooft zodra de motor draait. Het kan tegelijk gaan branden met andere controlelampjes en/of boodschappen op het instrumentenpaneel. Dit betekent dat u zo snel mogelijk, maar wel voorzichtig, naar een merkdealer moet rijden. Als u dit voorschrift negeert, loopt u het risico dat uw auto beschadigd wordt.
Controlelampje voor het elektronisch stabiliteitsprogramma (ESC) en tractiecontrole
Het licht op bij het aanzetten van het contact of het starten van de motor en dooft binnen enkele seconden.
Er zijn verschillende redenen waarom het waarschuwingslampje verschijnt: HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN.
Waarschuwingslampje om aan te geven dat het elektronisch stabiliteitsprogramma (ESC) en de tractiecontrole niet beschikbaar zijn
Waarschuwingslampje antiblokkeersysteem
Het licht op bij het aanzetten van het contact of het starten van de motor en dooft binnen enkele seconden.
Als dit lampje tijdens het rijden oplicht, wijst dit op een storing in het ABS-systeem.
Er kan dan met de auto worden geremd als bij een auto zonder ABS. Raadpleeg snel een merkdealer.
Controlelampje voorverwarming (dieselmotor)
Met contact aan, moet het oplichten. Het geeft aan dat voorverwarmingsstiften werken.
Het verdwijnt zodra het voorverwarmen actief is. De motor kan starten.
Waarschuwingslampje luchtverontreiniging
Bij auto's die hiermee zijn uitgerust, gaat dit lampje branden wanneer de motor wordt gestart en, afhankelijk van de auto, wanneer het contact wordt uitgeschakeld terwijl de motor zich in stand-by bevindt FUNCTIE STOP AND START Daarna dooft het.
–Als het continu brandt, moet u zo snel mogelijk een merkdealer raadplegen;
–Als het knippert, moet u vaart verminderen tot het knipperen ophoudt. Neem zo snel mogelijk contact op met een merkdealer TIPS VOOR ONDERHOUD EN MINDER LUCHTVERONTREINIGING.
Controlelampje ECO-modus.
Het lampje gaat branden als de modus ECO actief is TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN.
Waarschuwingslampje brandstofpeil
Het licht oranje op bij het aanzetten van het contact of bij het starten van de motor en dooft binnen enkele seconden.
Als het lampje oranje oplicht tijdens het rijden en er een geluidssignaal klinkt, moet u zo snel mogelijk tanken. Er is dan nog voldoende brandstof over om nog ongeveer 50 km te rijden.
Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur
Dit licht blauw op wanneer u het contact aanzet of de motor start.
Als het rood wordt, moet u stoppen en de motor een tot twee minuten stationair laten draaien.
De temperatuur moet omlaag gaan en het controlelampje moet opnieuw blauw worden. Als dit niet zo is moet u de motor stoppen. Laat deze afkoelen voordat u de koelvloeistof controleert.
Roep de hulp in van een merkdealer.
Waarschuwingslampje voet op het rempedaal
Dit lampje gaat branden wanneer het rempedaal moet worden ingetrapt AUTOMATISCHE TRANSMISSIE.
Passagiers airbag ON
Passagiers airbag OFF
Waarschuwingslampje autogordel voorin
Dit lampje verschijnt op de binnenspiegel bij het starten van de motor. Daarna, als de gordel van de bestuurder of passagier voorin (als de stoel bezet is) niet is vastgemaakt en de auto ongeveer 20 km/uur bereikt, knippert het lampje en klinkt gedurende ongeveer 2 minuten een geluidssignaal.
N.B.: een voorwerp op de zitting van de passagiersstoel kan in sommige gevallen het waarschuwingslampje inschakelen.