Terug naar de lijst

Multimedia-uitrusting

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Multimedia-uitrusting

De locatie en werking van de uitrusting kunnen verschillen, afhankelijk van de auto.
1.
USB-aansluitingen;
2.
Multimediascherm;
3.
Multimedia-aansluiting;
4.
Bediening onder het stuurwiel;
5.
Microfoon.

Geïntegreerde bediening van handsfree telefoon

Gebruik bij auto's die hiermee zijn uitgerust, de toetsen van de handsfree telefoon op het stuurwiel 4.
Raad
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem voor meer informatie.
WAARSCHUWING
Gebruik van de telefoon
Houd u altijd aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot het gebruik van dit apparaat.

USB-aansluitingen 1

De USB-poorten kunnen ook worden gebruikt om accessoires op te laden met een maximaal vermogen van 12 Watt (5V) per poort.

multimedia-aansluiting 3

U kunt de USB-aansluiting gebruiken om toegang te krijgen tot de media-inhoud van uw accessoires.
De verschillende bronnen kunnen worden geselecteerd op het multimediascherm en via de bediening onder het stuur.
WAARSCHUWING
Sluit alleen accessoires aan met een vermogen van maximaal 12 watt.
Risico van brand.

Draadloze lader - Inductieladen

De inductielaadzone 6 kan worden gebruikt om een telefoon zonder een laadsnoer te laden.
Opmerking:
  • voor meer informatie over de lijst met compatibele telefoons contact op met een erkende dealer of de telefoonfabrikant;
  • Voor een optimaal laadproces verwijdert u best het beschermhoesje van de telefoon als u deze gaat laden.

Oplaadprocedure

Plaats uw telefoon in het midden van de inductiezone 6.
Het opladen van de telefoon wordt onderbroken in de volgende gevallen:
  • er wordt een object gedetecteerd in de inductielaadzone 6;.
  • de inductieoplaadzone 6 wordt te warm. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt het laadproces van uw telefoon weldra hervat.

Voortgang opladen

De acculaderindicator geeft de oplaadstatus van de telefoon aan:
  • groen: opladen voltooid;
  • oranje: opladen actief;
  • knipperend oranje: opladen onderbroken.
Raad
Controleer met de motor aan of het waarschuwingslampje oranje wordt als de telefoon zich in de buurt van de inductieve laadzone 6 bevindt.
Raad
U mag geen enkel voorwerp (USB-stick of SD-kaart, creditcard, sieraden, sleutel, munten enz.) in de inductielaadzone 6 achterlaten als u uw telefoon oplaadt. Verwijder magnetische kaarten of creditcards uit het telefoonhoesje voordat u de telefoon in de inductielaadzone 6 plaatst.
Raad
Voorwerpen die achterblijven in de inductielaadzone 6 kunnen oververhit raken. Het is raadzaam om deze in de andere beschikbare opbergruimten te plaatsen. (dashboardkastje, opbergruimte achter de zonneklep enz.)