Automatische portiervergrendeling tijdens het rijden
Automatische portiervergrendeling tijdens het rijden
De werking van de startvergrendeling
Na het wegrijden van de auto, vergrendelen de portieren automatisch als de auto een
snelheid van ongeveer 7 km/u heeft bereikt.
De portieren ontgrendelen automatisch
- door te drukken op de schakelaar 1van de portiervergrendeling;
- bij stilstaande auto, door een voorportier te openen van in de auto.
Opmerking: na het openen/sluiten van een portier wordt dit automatisch weer vergrendeld zodra
de auto ongeveer 7 km/u rijdt.
Inschakelen/Uitschakelen van de functie
Om deze in te schakelen: druk bij stilstaande auto met draaiende motor op de schakelaar 1 totdat u een geluidssignaal hoort.
Om deze uit te schakelen: druk bij stilstaande auto met draaiende motor op de schakelaar 1 totdat u een geluidssignaal hoort.
Storingen
Als u een storing constateert (geen automatische vergrendeling, het lampje 1 in de waarschuwingsschakelaar licht niet op wanneer de portieren en de achterklep
zijn vergrendeld, enz.), controleert u of de automatische vergrendeling niet per ongeluk
is uitgeschakeld. Ook controleert u of alle portieren en de achterklep goed gesloten
zijn. Als deze goed gesloten zijn, moet u een merkdealer raadplegen.
WAARSCHUWING
Verantwoordelijkheid van de bestuurder
Bedenk dat het rijden met vergrendelde portieren een belemmering kan zijn voor hulpverleners
in geval van nood.