Automatische portiervergrendeling tijdens het rijden

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Automatische portiervergrendeling tijdens het rijden

De werking van de startvergrendeling

Na het wegrijden van de auto, vergrendelen de portieren automatisch als de auto een snelheid van ongeveer 7 km/u heeft bereikt.
De portieren ontgrendelen automatisch
  • door te drukken op de schakelaar 1van de portiervergrendeling;
  • bij stilstaande auto, door een voorportier te openen van in de auto.
Opmerking: na het openen/sluiten van een portier wordt dit automatisch weer vergrendeld zodra de auto ongeveer 7 km/u rijdt.

Inschakelen/Uitschakelen van de functie

Om deze in te schakelen: druk bij stilstaande auto met draaiende motor op de schakelaar 1 totdat u een geluidssignaal hoort.
Om deze uit te schakelen: druk bij stilstaande auto met draaiende motor op de schakelaar 1 totdat u een geluidssignaal hoort.

Storingen

Als u een storing constateert (geen automatische vergrendeling, het lampje 1 in de waarschuwingsschakelaar licht niet op wanneer de portieren en de achterklep zijn vergrendeld, enz.), controleert u of de automatische vergrendeling niet per ongeluk is uitgeschakeld. Ook controleert u of alle portieren en de achterklep goed gesloten zijn. Als deze goed gesloten zijn, moet u een merkdealer raadplegen.
WAARSCHUWING
Verantwoordelijkheid van de bestuurder
Bedenk dat het rijden met vergrendelde portieren een belemmering kan zijn voor hulpverleners in geval van nood.