Bijzonderheden van uitvoeringen met LPG-motor
Bijzonderheden van uitvoeringen met LPG-motor
Deze voertuigen gebruiken twee soorten brandstof: LPG en benzine.
Ze zijn uitgerust met twee aparte reservoirs BRANDSTOFTANK.
Wat is LPG
LPG die voldoet aan de norm EN 589, of de overeenkomstige nationale wetgeving.
Het is herkenbaar aan zijn typische geur.
Keuzeschakelaar voor LPG-modus/benzinemodus 1
Hiermee schakelt u handmatig van de ene brandstofmodus over op de andere.
Groen waarschuwingslampjeC
Wanneer het waarschuwingslampje C snel knippert, wacht het systeem op de juiste omstandigheden om op lpg-modus over
te schakelen.
Het waarschuwingslampje C blijft branden om aan te geven dat de LPG-modus is geactiveerd.
Geel controlelampje B
Een constant brandend controlelampje geeft aan dat de benzinemodus actief is.
Waarschuwingslampjes brandstofpeilmeter A
De waarschuwingslampjes A (vier groene lampjes en één rood lampje) geven het peil van de LPG-tank aan.
Het rode controlelampje geeft de brandstofreserve weer.
De weergegeven hoeveelheid LPG is indicatief.
Bij overschakelen naar het rode controlelampje klinkt er een pieptoon.
Dit geeft aan dat de tank bijna leeg is en dat de motor de LPG-reservetank gebruikt
(max. bereik van 80 km).
WAARSCHUWING
Als het gele waarschuwingslampje B brandt terwijl het groene waarschuwingslampje C traag knippert en er een geluidssignaal klinkt, moet u zich voor een controle bij
uw erkende dealer melden.
Starten van de motor
De motor start altijd op benzine.
- Voor voertuigen met een sleutel CONTACTSLOT BIJ AUTO'S MET EEN SLEUTEL..
- Voor voertuigen met een kaart .
Opmerking: als de LPG-modus actief is bij het starten van de motor, schakelt het systeem tijdelijk
terug naar de benzinemodus: het groene waarschuwingslampje C verdwijnt zonder pieptoon en het gele waarschuwingslampje B verschijnt, om aan te geven dat de benzinemodus actief is.
Zodra aan de omgevingsvoorwaarden is voldaan (motortemperatuur enz.), schakelt het
systeem automatisch over op LPG-modus: het waarschuwingslampje C verschijnt en blijft branden.
Brandstofmodus wijzigen tijdens het rijden
Handmatig overschakelen van benzinemodus naar LPG-modus
Druk op de hendel 1.
De overgang naar LPG gebeurt tijdens de eerste versnelling:
- de LPG-brandstofpeilmeter A is ingeschakeld;
- het gele waarschuwingslampje B is uitgezet;
- het groene waarschuwingslampje C knippert snel om te bevestigen dat de LPG-modus is geselecteerd en blijft aan wanneer de LPG-modus is ingeschakeld.
Handmatig overschakelen van LPG-modus naar benzinemodus
Laat het gaspedaal los en druk op de schakelaar 1.
Benzinemodus wordt weergegeven met het gele waarschuwingslampje B.
Raad
Om toegang te krijgen tot de informatie en de LPG-ritinstellingen te resetten GEGEVENS VAN DE REIS.
Raad
Zolang de brandstoftank leeg is, kan het voertuig niet starten of alleen in LPG-modus
rijden.
Gebruik van de twee brandstoffen LPG/benzine vereist de aanwezigheid van benzine (voor
starten, hoge acceleratie, lage temperaturen, enz.).
Wanneer het oranje waarschuwingslampje verschijnt op het instrumentenpaneel en er is een pieptoon te horen, vul de benzinetank
dan zo snel mogelijk met brandstof.
Automatisch overschakelen van LPG-modus naar benzinemodus
Afhankelijk van de auto kan het systeem in bepaalde gebruiksomstandigheden (bijv.
bij sterke versnelling) beslissen om tijdelijk naar benzinemodus te schakelen zonder
dat er een geluidssignaal weerklinkt.
Het groene waarschuwingslampje C knippert zonder geluidssignaal.
Als de omstandigheden het opnieuw toelaten, schakelt het systeem automatisch terug
over op lpg-modus.
Opmerking: na verschillende mislukte pogingen kan het systeem beslissen in benzinemodus te blijven
gedurende de huidige route.
Nadat de motor gedurende ongeveer een minuut helemaal is gestopt, kan een nieuwe poging
worden gedaan.
LPG-tank leeg
Wanneer er geen LPG meer in de tank zit, schakelt het systeem automatisch over op
de benzinemodus.
U wordt hiervan op de hoogte gebracht door:
- het oplichten van het groene waarschuwingslampje C en het gele waarschuwingslampje B;
- er klinkt een piep.
Als u drukt op de schakelaar 1 stopt het geluidssignaal en blijft enkel het gele waarschuwingslampje B branden.
LPG tanken BRANDSTOFTANK
Storingen
Bij een storing die de normale werking van de motor verhindert, schakelt het systeem
automatisch van de LPG-modus op de benzinemodus over.
Dit wordt bevestigd door:
- het oplichten van het gele waarschuwingslampje B;
- het langzaam knipperen van het groene waarschuwingslampje C;
- er klinkt een piep.
Als u drukt op de schakelaar 1 stopt het geluidssignaal en blijft enkel het gele waarschuwingslampje B branden.
Raadpleeg zo snel mogelijk een merkdealer.
LPG-brandstofpeilmeterweergave op het instrumentenpaneel
Het LPG-brandstofpeil 2 wordt op het instrumentenpaneel weergegeven.
Bij rijden in moeilijke omstandigheden
Bij zeer koud weer (temperatuur onder ongeveer 10 °C) en afhankelijk van de kwaliteit
van het gebruikte gas, kan het systeem automatisch de voorwaarden regelen voor het
schakelen tussen LPG-modus en benzinemodus.
Opmerking: voor voertuigen die zijn uitgerust, wordt het gebruik aanbevolen van de ECO-modus onder deze omstandigheden (vooral onder 0 °C) om het gebruik van de LPG-modus
TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN te maximaliseren.
Bij ongeval
De belangrijkste voorzorgsmaatregelen zijn dezelfde als voor een auto met benzinemotor:
- de parkeerrem vast;
- leg de motor stil (een veiligheidsinrichting die verhindert dat er LPG in de motor komt, schakelt automatisch in);
- zet het contact uit;
- houd u aan de ter plaatse geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
LPG heeft een zeer specifieke geur zodat u eventuele lekken gemakkelijk kunt vaststellen.
Indien u een gaslucht in of rond uw auto opmerkt:
- moet u onmiddellijk op benzinemodus overschakelen en controleren of er zich in de nabijheid van de auto geen ontstekingsbron bevindt;
- moet u naar een merkdealer gaan.
WAARSCHUWING
U mag geen enkel onderdeel van het LPG-systeem aanraken, bekloppen of demonteren.