Brandstoftank.

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Brandstoftank

Bruikbare capaciteit van de tank:
  • Ongeveer 42 liter voor de uitvoering met benzinemotor;
  • Ongeveer 39 liter voor de uitvoeringen met dieselmotor;
  • Ongeveer 48 liter voor de hybride versie.
Om met ontgrendelde auto de klep 1 te openen, drukt u even op zone A. De klep 1 gaat iets open. Tijdens het tanken gebruikt u de houder 2 op het klepje 1 om de dop 3 vast te houden.
Zie "Tanken van brandstof" voor info over het vullen van de brandstoftank. Sluiten: druk het klepje met de hand tegen de aanslag.
WAARSCHUWING
De vuldop is van een speciaal type.
Vraag naar ditzelfde type als u een andere dop koopt.
Ga naar een erkende dealer.
Rook niet tijdens het tanken en ontsteek geen open vuur in de nabijheid van de brandstoftank of de tankdop.
Maak de omgeving van het vulsysteem niet schoon met een hogedrukreiniger.

Soort brandstof

Gebruik brandstof van goede kwaliteit die overeenkomt met de normen die in elk landt zijn vastgelegd en overeenkomt met de indicaties op de sticker op klepje 1IDENTIFICATIEPLAATJE EN GEGEVENS VAN DE MOTOR.
Raad
Brandstofsoorten die voldoen aan de Europese normen die ook gelden voor de motoren van auto's die in Europa zijn verkocht: zie tabel IDENTIFICATIEPLAATJE EN GEGEVENS VAN DE MOTOR
WAARSCHUWING
Vermeng de dieselbrandstof nooit met benzine (loodvrij of E85), zelfs niet een kleine hoeveelheid.
Gebruik geen ethanol als uw auto hier niet voor aangepast is.
Voeg geen reagens toe aan de brandstof, anders kan de motor DE MOTORRUIMTE (PERIODIEK ONDERHOUD) beschadigd raken.
Als u een additief wilt toevoegen aan de brandstof, gebruik dan een product dat is goedgekeurd door onze technische dienst.
Raadpleeg voor de exacte gegevens de merkdealer.
Dieselmotor
U moet dieselbrandstof gebruiken die voldoet aan de gegevens op de sticker aan de binnenkant van de klep 1.
Benzinemotor
Gebruik uitsluitend ongelode benzine.
Het octaangetal (RON) moet overeenstemmen met de gegevens op de sticker op het klepje 1IDENTIFICATIEPLAATJE EN GEGEVENS VAN DE MOTOR.
Raad
Controleer na het tanken, of de dop en het klepje gesloten zijn.

Tanken van brandstof

Wanneer het contact uit is, steekt u het vulpistool zo ver mogelijk naar binnen voordat u met tanken begint (spatgevaar). Houd hem in deze stand tijdens het tanken.
Als het vulpistool automatisch is afgeslagen, mag u nog maximaal twee liter brandstof bijvullen.
Let er op dat bij het tanken geen water bij de brandstof komt. De klep 1 en zijn omgeving moeten schoon blijven. Plaats na het vullen de dop 3 terug en sluit de klep 1 om te voorkomen dat er water of vuil in het systeem terechtkomt.
Zorg er altijd voor dat de dop 3, de klep 1 en de omtrek schoon en vrij van stof, modder, vuil enz. blijven.
bijzonderheid
Bij het stoppen van de auto gedurende ongeveer 3 maanden moet u brandstof toevoegen om te voorkomen dat de brandstofpomp beschadigt.
Om dit te doen, moet u, met het contact uit, circa 10 liter bijvullen en vervolgens de motor starten om de pomp te laten werken en de brandstof in het circuit te verversen.
Als het niet mogelijk om ten minste 5 liter brandstof toe te voegen vanwege het brandstofpeil in de tank, rijd dan door tot de tank de gewenste capaciteit heeft.
Benzinemotor
Schade die ontstaan is als gevolg van het tanken van loodhoudende benzine wordt niet door de fabrieksgarantie gedekt.
Om te voorkomen dat er per ongeluk loodhoudende benzine wordt getankt, heeft de vulhals een nauwe doorlaat met een veiligheidssysteem waarin alleen een vulpistool met loodvrije benzine past.
WAARSCHUWING
Als u brandstof wilt tanken, zet u de motor uit (dus niet alleen in de stand-by bij voertuigen met de functie STOP and START): u moet het contact uitzetten CONTACTSLOT BIJ AUTO'S MET EEN SLEUTEL.CONTACTSLOT BIJ AUTO'S MET EEN KAART.
Risico van brand.

Tank leeg gereden bij dieselmotor

Auto's met sleutel/afstandsbediening
  • Draai de contactsleutel in de stand "Aan" MCONTACTSLOT BIJ AUTO'S MET EEN SLEUTEL. en wacht enkele minuten met het ontluchten van het brandstofcircuit;
  • draai de sleutel in de stand D. Als de motor niet start, herhaalt u de procedure.
  • Als de motor na verschillende pogingen niet start: raadpleeg een erkende dealer.
Auto's met kaart
Druk met de kaart in het interieur op de startknop 4 zonder de pedalen aan te raken.
Wacht een paar minuten voordat u de auto start.
Het brandstofcircuit wordt dan ontlucht.
Als de motor niet start, herhaalt u de procedure.
Neem als de motor na verschillende pogingen niet start, contact op met een merkdealer.
WAARSCHUWING
Wijzig of repareer niet zelf het brandstofsysteem (rekeneenheden, bedrading, brandstofcircuit, inspuitstukken of verstuivers, beschermkappen) vanwege de grote gevaren voor de veiligheid die hierdoor kunnen ontstaan. Laat deze werkzaamheden uitsluitend door uw merkdealer uitvoeren.
WAARSCHUWING
Aanhoudende stank van brandstof
In geval van een aanhoudende stank van brandstof, moet u:
  • onmiddellijk stoppen, rekening houdend met het overige verkeer en het contact uitzetten;
  • de alarmknipperlichten aanzetten en alle passagiers laten uitstappen en ze op veilige afstand van de auto houden;
  • Als het peil normaal is, heeft dit een andere oorzaak, roep de hulp in van een erkende dealer.
Bruikbare inhoud van de LPG-tank: ongeveer 32 liter.