ELEKTRONISCHE PARKEERREM
Automatische werking
Vastzetten van de automatische parkeerrem
Bij stilstaande auto kunt u de auto blokkeren met behulp van de automatische parkeerrem:
- door te drukken op de knop voor starten/stoppen van de motor 1 of door de contactsleutel 2 te draaien (naar de stand “ON” 2);
of
- als de bestuurdersgordel niet is vastgemaakt;
of
- bij openen van het bestuurdersportier;
of
- bij auto’s met een automatische transmissie, als stand P is ingeschakeld.
In alle andere gevallen, bijvoorbeeld motor afgeslagen of geschakeld naar stand-by door de Stop and Start-functie (zie de informatie over de Stop and Start-functie in hoofdstuk 2), wordt de automatische parkeerrem niet automatisch ingeschakeld. De handbediening moet dan gebruikt worden.
Voor bepaalde modellen in sommige landen wordt de rem niet automatisch vastgezet. Zie “Handbediening”.
Het vastzetten van de automatische parkeerrem wordt bevestigd door het bericht “Parkeerrem aan” en het controlelampje } op het instrumentenpaneel en door het oplichten van het controlelampje 4 op de schakelaar 3.
Na het stilzetten van de motor, dooft het controlelampje 4 enkele minuten na het vastzetten van de automatische parkeerrem en het controlelampje } gaat uit bij het vergrendelen van de auto.
Automatische werking (vervolg)
Opmerking: in sommige situaties (automatische parkeerrem defect, handmatig ontgrendelen van de automatische parkeerrem, enz.), klinkt er een geluidssignaal en verschijnt het bericht “Parkeerrem aantrekken” op het instrumentenpaneel om u te waarschuwen dat de automatische parkeerrem is losgezet.
- met draaiende motor: bij het openen van het bestuurdersportier;
- met motor uit (in geval van afslaan van de motor bijvoorbeeld): bij het openen van een voorportier.
In dit geval, trekt u en laat u de schakelaar 3 weer los om de automatische parkeerrem aan te trekken.
De parkeerrem automatisch vrij zetten
Het loszetten gebeurt zodra u gas geeft om weg te rijden.
Controleer, voordat u de auto verlaat, of de automatische parkeerrem inderdaad is vastgezet. Het vastzetten is te zien aan het branden van het lampje 4 op schakelaar 3 en van het lampje } op het instrumentenpaneel tot de portieren worden vergrendeld.
Handbediend
U kunt de automatische parkeerrem met de hand bedienen.
Handmatig vastzetten van de automatische parkeerrem
Trek aan schakelaar 3. Het controlelampje 4 en het controlelampje } lichten op het instrumentenpaneel op.
Handmatig loszetten van de automatische parkeerrem
Druk op de schakelaar 1 zonder op de pedalen te drukken of de sleutel 2 in stand “ON” 2 te draaien om het contact aan te zetten. Druk op het rempedaal los en druk dan op de schakelaar 3: controlelampje 4 op de schakelaar en controlelampje } op het instrumentenpaneel gaan uit.
Kortstondige stop
Om de elektronische parkeerrem handmatig te activeren (als u moet stoppen voor een verkeerslicht of bij stilstaande auto met draaiende motor enzovoort): trek aan de schakelaar 3 en laat los. Het loszetten is automatisch zodra de auto weer gaat rijden.
Controleer, voordat u de auto verlaat, of de automatische parkeerrem inderdaad is vastgezet. Het vastzetten is te zien aan het branden van het lampje 4 op schakelaar 3 en van het lampje } op het instrumentenpaneel tot de portieren worden vergrendeld.
Bijzondere gevallen
Als u op een helling wilt stoppen of als u met een caravan of een aanhangwagen parkeert, moet u de handgreep 3 enkele secondes uitgetrokken houden om een maximale remwerking te krijgen.
Parkeren met vrijgezette automatische parkeerrem (bijvoorbeeld als het vriest):
- Stop de motor door te drukken op de start/stopknop 1 of door de contactsleutel 2 te draaien.
- Zet de automatische parkeerrem handmatig los.
- laat terwijl de auto in versnelling P staat het rempedaal en de schakelaar 3 los.
Uitvoering met automatische transmissie
Bij bestuurdersportier open of slecht gesloten en draaiende motor, wordt het automatisch loszetten uit veiligheidsoverwegingen gedeactiveerd, (dit om te voorkomen dat de auto alleen zonder bestuurder weg rolt). Het bericht “Zet parkeerrem manueel los” verschijnt op het instrumentenpaneel als de bestuurder het gaspedaal indrukt.
Storingen
- Bij een storing verschijnt het waarschuwingslampje © op het instrumentenpaneel, samen met het bericht “Controleer parkeerrem” en soms het waarschuwingslampje }.
Raadpleeg snel een merkdealer.
- Bij een storing van de automatische parkeerrem verschijnt het waarschuwingslampje ®, samen met het bericht “Storing remsysteem”, een geluidssignaal en soms het waarschuwingslampje }.
U moet direct stoppen zonder het overige verkeer in gevaar te brengen.
Als het bericht “Elektr. storing GEVAAR” of “accu controleren” verschijnt, moet u de parkeerrem handmatig vastzetten door aan de schakelaar 3 te trekken (of de versnellingshendel in P zetten voor auto's met automatische transmissie) voordat u de motor uitschakelt.
Risico dat de auto wegrolt.
Roep de hulp in van een merkdealer.
Verlaat uw auto voordat u de versnellingshendel in stand P hebt gezet en de motor hebt afgezet. Als u namelijk gas geeft terwijl een versnelling is ingeschakeld, kan de stilstaande auto gaan rijden.
Kans op ongevallen.
U moet dan om de auto te blokkeren de eerste versnelling inschakelen (handgeschakelde versnellingsbak) of stand P (automatische transmissie). Als de helling erg steil is, legt u blokken voor de wielen.
Als er geen visueel of geluidssignaal terug komt, geeft het een storing van het instrumentenpaneel weer. U moet direct stoppen zonder het overige verkeer in gevaar te brengen. Zorg dat de auto inderdaad goed gestopt is en neem contact op met een merkdealer.