RUITENWISSER, RUITENSPROEIER ACHTER

Y Achterruitwisser met interval afhankelijk van de snelheid
Contact aan, draai het einde van de schakelaar 1 tot het merkteken 2 tegenover het symbool staat.
De frequentie van het wissen varieert afhankelijk van de snelheid.
p Ruitenwisser en sproeier achter
Contact aan, draai het einde van de schakelaar 1 tot het merkteken 2 tegenover het symbool staat.
Als u de schakelaar loslaat, blijft de achterruitwisser werken.
Bijzonderheid
Als de ruitenwisser van de voorruit in werking is of in de automatische stand staat, gaat de achterruitwisser wissen met intervallen zodra u de achteruitversnelling inschakelt.
Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.
Risico van verwonding.
Voordat u iets aan de achterruit doet (auto wassen, ontdooien, ruiten reinigen, enz.) moet u de schakelaar 1 in de parkeerstand zetten.
Risico van verwonding of beschadiging.
Let op de staat van de ruitenwisserbladen. Hun levensduur hangt van u af:
- deze moeten schoon blijven: reinig de bladen en de achterruit regelmatig met water en zeep;
- gebruik ze niet op een droge ruit;
- maak ze los van de achterruit als ze lange tijd niet zijn gebruikt.
Vervang ze in elk geval, zodra hun werking afneemt, ongeveer eens per jaar.
Voordat u de ruitenwisser achter gebruikt moet u controleren of niets de beweging van de wisser hindert.
Gebruik de ruitenwisserarm niet om de achterklep mee te openen of te sluiten.