Terug naar de lijst

EXTRA AIRCONDITIONING

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Als de auto hiermee uitgerust is, beschikt hij over vier draaibare ventilatieroosters en bedieningsknoppen 1:

Deze bedieningsknoppen zijn uitsluitend bedoeld voor de hoeveelheid lucht die in het interieur wordt geblazen:

- een knop voor warme lucht (de lucht komt uit de ventilatieroosters onderaan);

- een knop voor koude lucht (de lucht komt uit de ventilatieroosters bovenaan).

N.B.: de vier ventilatieroosters mogen niet alle tegelijk gesloten zijn (het systeem kan hierdoor defect raken).

Auto met handbediende airconditioning

Controleer of de airconditioning ingeschakeld is (controlelampje van knop 2 is aan).

Opmerking: de knop 2 heeft een werkingscontrolelampje:

- als het lampje brandt, is de functie ingeschakeld;

- als het lampje uit is, is de functie uitgeschakeld.

Auto uitgerust met automatische airconditioning

Controleer of de airconditioning is ingeschakeld (controlelampje van de knop A/C OFF 3 is uit).

Om de instellingen voor 1 te activeren, drukt u op de knop 4. Controlelampje en 5 bediening 1 van knop 4 zijn uit.

Opmerking: de knop 4 en de bediening 1 hebben een werkingscontrolelampje:

- controlelampjes 4 en 5 zijn aan, knop 1 is niet ingeschakeld;

- controlelampjes 4 en 5 zijn uit, knop 1 werkt.