Brandstoftank
Brandstoftank
WAARSCHUWING
Als u brandstof wilt tanken, zet u de motor uit (dus niet alleen in de stand-by bij
voertuigen met de functie Stop and Start): u moet het contact STARTEN, STOPPEN VAN DE MOTOR, FUNCTIE STOP AND START uitzetten.
Risico van brand.
WAARSCHUWING
Vermeng de dieselbrandstof nooit met benzine (loodvrij of E85), zelfs niet een kleine
hoeveelheid.
Gebruik geen ethanol als deze brandstof niet geschikt is voor uw auto.
Voeg geen reagens toe aan de brandstof, anders kan de motor REAGENSTANK beschadigd raken.
Als u een additief wilt toevoegen aan de brandstof, gebruik dan een product dat is
goedgekeurd door onze technische dienst.
Ga naar een merkdealer.
WAARSCHUWING
De vuldop is van een speciaal type.
Vraag naar ditzelfde type als u een andere dop koopt. Ga naar een erkende dealer.
Rook niet tijdens het tanken en ontsteek geen open vuur in de nabijheid van de brandstoftank
of de tankdop.
Maak de omgeving van het vulsysteem niet schoon met een hogedrukreiniger.
WAARSCHUWING
Wijzig of repareer niet zelf het brandstofsysteem (rekeneenheden, bedrading, brandstofcircuit,
inspuitstukken of verstuivers, beschermkappen, enz.) vanwege de grote gevaren voor
de veiligheid die hierdoor kunnen ontstaan. Laat deze werkzaamheden uitsluitend door
uw erkende dealer uitvoeren.
WAARSCHUWING
Aanhoudende stank van brandstof
In geval van een aanhoudende stank van brandstof, moet u:
- onmiddellijk stoppen, rekening houdend met het overige verkeer en het contact uitzetten;
- de alarmknipperlichten aanzetten en alle passagiers laten uitstappen en ze op veilige afstand van de auto houden;
- Als het peil normaal is, heeft dit een andere oorzaak, roep de hulp in van een erkende dealer.
WAARSCHUWING
Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan
de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.
Verwondingsgevaar
Vullen van de tank
Bruikbare capaciteit van de tank: tussen ongeveer 105 liter en 80 liter (afhankelijk van de auto).
Houd u aan de volgende instructies:
- wacht met contact uit, minstens 20 seconden voordat u begint met tanken;
- open het bestuurdersportier om het klepje 1 te kunnen openen;
- ontgrendel, afhankelijk van de auto, het klepje 2 met behulp van de sleutel, verwijder het en bevestig het aan de flap 1;
- tank bij een gedeeltelijk gevulde tank, minimaal 10 liter brandstof.
Als deze instructies niet worden opgevolgd, klopt het bandstofpeil op het instrumentenpaneel
wellicht niet.
Raad
Controleer na het tanken, of de dop en het klepje gesloten zijn.
Tanken van brandstof
Met het contact uit kunt u na het eerste automatische afslaan aan het eind van het
tanken nog maximaal twee keer verder bijvullen, zodat er nog ruimte voor het uitzetten
van de brandstof overblijft.
Raad
Brandstoffen die voldoen aan de Europese normen die ook gelden voor de motoren van
auto's die in Europa zijn verkocht IDENTIFICATIEPLAATJE EN GEGEVENS VAN DE MOTOR.
Soort brandstof
Gebruik uitsluitend dieselbrandstof. Let er op dat bij het tanken geen water in de tank komt. Het afsluitsysteem
van de tankdop en de omgeving ervan moeten stofvrij zijn.
Gebruik een hoogwaardige brandstof die voldoet aan de specifieke of gelijkwaardige wetgeving die van kracht is in het
land waar het voertuig op de markt wordt gebracht. Dit moet overeenstemmen met de
specificaties op de sticker op het kapje 1IDENTIFICATIEPLAATJE EN GEGEVENS VAN DE MOTOR.
Ontluchten van het brandstofcircuit
Als de auto stilgevallen is door brandstofgebrek, moet u het brandstofcircuit ontluchten
voordat u probeert de motor weer te starten:
- de contactsleutel in de stand AAN zetten MINRIJDEN en wacht een paar minuten voordat u start zodat het brandstofcircuit kan ontluchten;
- draai de sleutel in stand D. Als de motor niet start, herhaalt u de procedure.
- Als de motor na verschillende pogingen niet start: raadpleeg een erkende dealer.
Raad
De randorganen (dynamo, startmotor, motorsteunen, enz.) moeten beschermd worden tegen
dieselspatten.