Terug naar de lijst

AUTOMATISCHE TRANSMISSIE

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Selecteurhendel 1

P: parkeren

R: achteruitrijden

N: neutraal

D: automatische werking

M: handbediend

+: omhoog bijstellen

-: omlaag bijstellen

4 : weergave van de ingeschakelde versnelling bij handbediening.

Opmerking: druk op knop 2 om van stand D of N naar R of P te gaan.

Starten

Met de selecteurhendel 1 in stand P, zet u het contact aan.

Om de selecteurhendel uit stand P te verplaatsen, moet u het rempedaal indrukken voordat u de ontgrendelknop 2 indrukt.

Houd uw voet op het rempedaal (het lampje 3 op het display dooft) als u de stand P verlaat.

Alleen als de auto stilstaat, het rempedaal is ingedrukt en het gaspedaal niet is ingedrukt,mag de selecteurhendel in de standen D of R worden geplaatst.

Hendels voor overschakelen naar een andere versnelling 5

Met de hendels 5 kan worden geschakeld als de selecteurhendel in de stand “handbediend” staat of, als de auto rijdt, in de stand “automatisch”.

De standen P, N en R kunnen niet met de hendels worden ingeschakeld.

Het display 4 informeert u over de werkstand en de ingeschakelde versnelling.

Stand automatisch

Zet de hendel 1 in stand D.

U hoeft de selecteurhendel niet meer te verplaatsen. Er wordt automatisch geschakeld in overeenstemming met de belasting van de auto, de hoeveelheid gas die u geeft en de helling van de weg.

Zuinig rijden

Laat de selecteurhendel voor normaal gebruik in stand D staan. Als het gaspedaal iets wordt ingedrukt, schakelt de transmissie bij een lage snelheid naar de volgende versnelling.

Accelereren en inhalen

Druk het gaspedaal snel en diep in (voorbij het zware punt van het pedaal).

Hierdoor wordt, binnen de mogelijkheden van de motor, teruggeschakeld naar de optimale versnelling.

Stand handgeschakeld

Als de selecteurhendel in stand D staat, beweegt u de hendel naar links tot hij in stand M staat. Door de selecteurhendel of de hendels even te verplaatsen kunt u handmatig schakelen:

- om naar een lagere versnelling te schakelen, duwt u de hendel even naar voren of drukt u op de linkerhendel;

- om naar een hogere versnelling te schakelen, trekt u de hendel even naar achteren of drukt u op de rechterhendel.

De ingeschakelde versnelling verschijnt op het display op het instrumentenpaneel.

Bijzondere gevallen

In sommige gevallen (zoals ter bescherming van de motor, bij werking van het elektronisch stabiliteitsprogramma: ESC, enz.) wordt automatisch de juiste versnelling gekozen. Ook kan, om verkeerde manoeuvres te voorkomen, het schakelen door het systeem geweigerd worden. In dit geval knippert de aanduiding van de versnelling enkele secondes om u te waarschuwen.

Bijzondere omstandigheden

- Als door de helling van de weg of in bochten de automatische werking niet gehandhaafd kan worden (bijv. in de bergen) is het raadzaam om op handmatig schakelen over te gaan. Hiermee voorkomt u het automatisch achter elkaar schakelen door de versnellingsbak bij stijgen en is het mogelijk op de motor te remmen bij lange afdalingen.

Parkeren van de auto

Als de auto stilstaat, houdt u het rempedaal ingedrukt en zet u de selecteurhendel in stand P (parkeren): de transmissie staat in neutraal en de voorwielen zijn mechanisch geblokkeerd.

Zet de handrem vast.

Onderhoudsintervallen

Raadpleeg het onderhoudsdocument voor uw auto of een geautoriseerde dealer om na te gaan of periodiek onderhoud noodzakelijk is voor de automatische transmissie.

Als de transmissie geen onderhoud nodig heeft, hoeft geen olie te worden bijgevuld.

Bij een storing

- als tijdens het rijden de boodschap “CONTROLLARE AUT_ TRANSMISSIE” verschijnt op het instrumentenpaneel, dan geeft dat een defect aan.

Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merkdealer;

- als tijdens het rijden het bericht “OVERVERHITTING AUTO TRANSMISSIE” verschijnt op het instrumentenpaneel, stop dan zo snel mogelijk om de versnellingsbak te laten afkoelen en wacht totdat het bericht verdwenen is.

- slepen van een auto met een automatische transmissie: raadpleeg de paragraaf “slepen” in hoofdstuk 5.

Indien voor het wegrijden de selecteurhendel niet uit P kan worden verplaatst als u het rempedaal indrukt, dan kunt u de hendel als volgt met de hand vrijzetten. Maak daarvoor de onderkant van de hendel los, steek daarna een gereedschap (onbuigzame stang) in de gleuf 6 en druk gelijktijdig op de knop 7 om de hendel te ontgrendelen.

Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merkdealer.

Laat om op een helling stil te blijven staan uw voet niet op het gaspedaal rusten.

Risico van oververhitting van de automatische versnellingsbak.

Bij het manoeuvreren kan de auto aan de onderkant ergens tegenaan rijden (bijvoorbeeld: contact met een paaltje, een trottoir of ander stadsmeubilair) en daardoor schade oplopen (bijvoorbeeld: vervorming van een as enz.).

Om ieder risico van een ongeluk te voorkomen, moet u uw auto door een merkdealer laten controleren.

Om veiligheidsredenen mag u nooit het contact uitzetten voordat de auto compleet stilstaat.