Kaart
Kaart
Algemeen
- 1.
- Ontgrendelen van alle portieren.
- 2.
- Vergrendelen van alle portieren.
- 3.
- Vergrendelen/ontgrendelen van de bagageruimte en, afhankelijk van de auto, automatisch openen/sluiten van de achterklep.
- 4.
- Op afstand inschakelen van de verlichting.
Met de kaart kunt u:
- vergrendelen/ontgrendelen van openingselementen (portieren, bagageruimteklep en tankdopklep):
- op afstand inschakelen van de verlichting;
- automatisch op afstand openen/sluiten van de elektrisch bediende ruiten ELEKTRISCHE RUITEN.
Raad
Afhankelijk van de auto hebt u wellicht een Digital Key met alle kaartfuncties. Als
er echter een kaart in het voertuig is achtergebleven en de portieren zijn vergrendeld
met de Digital Key, zijn alle kaartfuncties geblokkeerd.
Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk "Digital key" DIGITAL KEY.
Actieradius
Controleer of de batterij van het juiste model en in goede conditie is, en correct
geplaatst. De levensduur is ongeveer twee jaar: moet worden vervangen als de melding
"Batterij kaart laag" op het instrumentenpaneel wordt weergegeven HANDSFREE KAART: BATTERIJ.
Bereik van de card
Het bereik van de afstandsbediening wordt beïnvloed door de omgeving. Let er op dat
de portieren niet per ongeluk worden vergrendeld of ontgrendeld door onopzettelijk
op een knop op de kaart te drukken.
Let op: als een deur of de deur van de bagageruimte open of niet goed gesloten is, wordt
het voertuig niet vergrendeld. Er klinkt een geluidssignaal en de alarm- en zijknipperlichten
knipperen niet.
Raad
Bij lege batterij, kunt u de auto altijd vergrendelen/ontgrendelen en starten PORTIEREN EN KLEPPEN VERGRENDELEN, ONTGRENDELENSTARTEN, STOPPEN VAN DE MOTOR.
Functie "Verlichting op afstand"
Als u op de knop 4 drukt, gaan de dimlichten en de buitenverlichting gedurende ongeveer 20 seconden
aan. Hiermee kan de auto op afstand herkend worden, bijvoorbeeld op een parkeerterrein.
Houd knop 4 ongeveer twee seconden ingedrukt om de buitenverlichting in te schakelen en een geluid
uit te zenden.
Opmerking: druk nog een keer op knop 4 om de verlichting uit te schakelen.
Raad
Advies
Stel de kaart niet bloot aan warmte, koude of vocht.
Bewaar de kaart nooit op een plek waar deze per ongeluk verbogen of beschadigd kan
worden, bijvoorbeeld in uw achterzak.
Raad
Vervangen: extra kaart nodig
Bij verlies, of voor het bestellen van een extra kaart, kunt u deze uitsluitend bestellen
bij een erkende dealer.
Als u een kaart vervangt, moet u met de auto en alle kaarten naar een merkdealer gaan om het systeem te resetten.
U kunt maximaal vier kaarten per auto gebruiken.
Radiostoringen
De werking van de kaart kan gestoord worden in de omgeving van een zendinstallatie
of bij gebruik van apparatuur die werkt op dezelfde frequentie als de kaart.
WAARSCHUWING
Verantwoordelijkheid van de bestuurder tijdens het parkeren of stoppen van de auto
Laat nooit, ook niet heel even, een kind, een afhankelijke volwassene of een dier
in de auto achter als u deze verlaat.
Het kan zichzelf of anderen in gevaar brengen door bijvoorbeeld de motor te starten,
door organen te bedienen zoals de ruitbediening, of de portieren te vergrendelen,
enz.
Bovendien kan bij warm, zonnig weer de temperatuur in het interieur heel erg snel
oplopen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN ERNSTIG LETSEL.
Een polsriem plaatsen 7
Schuif de behuizing achter 5 omlaag terwijl u op de zone Adrukt.
Steek de polsriem in het onderdeel 8 en steek het uiteinde van de riem door de gesp.
Plaats de riem bij de opening 6 en sluit de behuizing.
Opmerking: controleer of de diameter van het riemkoordje 7 past in de opening 6.
Gebruik
Er zijn drie manieren voor het vergrendelen/ontgrendelen van de auto:
- in handsfree modus, terwijl men naar de auto toeloopt of ervan wegloopt;
- de kaart gebruiken in de afstandsbedieningsmodus;
- door de Digital Key als afstandsbediening te gebruiken (afhankelijk van de auto). Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk "Digital key" DIGITAL KEY.
Raad
Bewaar de kaart niet op een plaats waar andere elektronische apparaten (computer,
telefoon, enz.) de werking ervan kunnen verstoren.
De "handsfree-functie" uit- of inschakelen
Afhankelijk van de auto kunt u de ontgrendeling bij het naderen en vergrendeling bij
het weglopen van de auto uit-/inschakelen.
U kunt ook het geluidssignaal dat weerklinkt als de auto wordt vergrendeld terwijl
u ervan wegloopt, uit- of inschakelen MENU VOOR HET PERSONALISEREN VAN DE INSTELLINGEN VAN DE AUTO.
WAARSCHUWING
Laat nooit een kaart in de auto liggen als u de auto verlaat.
WAARSCHUWING
Verantwoordelijkheid van de bestuurder tijdens het parkeren of stoppen van de auto
Laat nooit, ook niet heel even, een kind, een afhankelijke volwassene of een dier
in de auto achter als u deze verlaat.
Het kan zichzelf of anderen in gevaar brengen door bijvoorbeeld de motor te starten,
door organen te bedienen zoals de ruitbediening, of de portieren te vergrendelen,
enz.
Bovendien kan bij warm, zonnig weer de temperatuur in het interieur heel erg snel
oplopen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN ERNSTIG LETSEL.
"Handsfree" ontgrendeling bij het naderen van de auto
Als de kaart in de toegangszone 1 is, wordt de auto ontgrendeld. Het ontgrendelen ziet u aan het één keer oplichten van de knipperlichten en de zijknipperlichten.
Raad
Afhankelijk van de auto worden de buitenspiegels automatisch in-/uitgeklapt bij het
ver-/ontgrendelen van de auto BEELD ACHTERKANT.
"Handsfree" vergrendelen terwijl men van de auto wegloopt
Loop met de handsfree kaart bij u en de portieren en bagageruimtedeur gesloten, weg
van de auto: deze vergrendelt automatisch zodra u de toegangszone verlaat 1.
N.B.: de afstand waarop de auto vergrendeld wordt, hangt af van de omgeving.
Om te bevestigen dat de auto is vergrendeld knipperen de alarmknipperlichten tweemaal knipperen en lichten vervolgens gedurende ongeveer vier seconden op, samen met een geluidssignaal.
Indien de kaart ongeveer 15 minuten binnen de toegangszone 1 blijft, wordt de vergrendeling op afstand uitgeschakeld. Als u de auto wilt ontgrendelen,
drukt u op de knop 3 op de kaart.
De auto kan alleen worden vergrendeld als de kaart binnen de zone 2 is.
"Handsfree" ontgrendeling door de bagageruimte te openen
Druk, met de kaart in zone 1 en de auto vergrendeld, op de knop 4 om het hele voertuig te ontgrendelen.
De alarmknipperlichten knipperen tweemaal om aan te geven dat de auto ontgrendeld is, en afhankelijk van de auto worden de
buitenspiegels automatisch uitgeklapt.
Bijzonderheden met betrekking tot het ontgrendelen
In bepaalde omstandigheden wordt ontgrendeling bij benadering van de auto uitgeschakeld:
- Indien het voertuig gedurende acht dagen niet is gebruikt;
- als de kaart dicht bij het gebied 2 van het voertuig blijft gedurende ongeveer vijf minuten nadat het voertuig is ontgrendeld;
- na meerdere passages in de buurt van zone 2zonder dat de deuren geopend zijn.
Druk op de knop 4 voor het openen van de bagageruimte of gebruik de kaart als afstandsbediening (zie
volgende pagina's) om de auto te ontgrendelen en de "handsfree" modus opnieuw te activeren.
Bijzonderheden met betrekking tot vergrendelen in handsfree modus
Nadat de auto is vergrendeld met de "handsfree"-functie, moet u ongeveer drie seconden
wachten voordat u de auto weer kunt ontgrendelen. Tijdens deze drie seconden kunt
u nagaan of de auto goed vergrendeld is door aan de handgrepen van de deuren te trekken.
Let op: als een deur of de deur van de bagageruimte open of niet goed gesloten is, wordt
het voertuig niet vergrendeld. Er klinkt een geluidssignaal en de alarm- en zijknipperlichten
knipperen niet.
Gebruik van de card met afstandsbediening
Ontgrendelen met behulp van de kaart
druk op de knop 6. De alarmlichten en zijknipperlichten knippereneenmaal om aan te geven dat de portieren zijn ontgrendeld en bij sommige voertuigen worden
de buitenspiegels automatisch uitgeklapt.
Houd knop 6 ingedrukt om het voertuig te ontgrendelen en de voor- en achterruiten te openen (afhankelijk
van het voertuig). Bij een voertuig met een gemotoriseerde achterklep drukt u één
keer op de knop 5 om het voertuig te ontgrendelen en de achterklep te openen.
Druk nogmaals op de knop 5 om de gemotoriseerde achterklep te sluiten maar niet te vergrendelen. Om de auto
te ontgrendelen, drukt u op de knop 3.
Vergrendelen met de kaart
Druk, met gesloten portieren, achterklep op knop 3: de auto wordt vergrendeld.
De alarmknipperlichten knipperen tweemaal om aan te geven dat het voertuig vergrendeld is. Afhankelijk van het voertuig worden
de buitenspiegels automatisch ingeklapt.
Afhankelijk van het voertuig houd u knop 3 ingedrukt om het voertuig te vergrendelen en de voor- en achterruiten te sluiten.
Opmerking:
- de maximale afstand waarop de auto vergrendeld wordt, hangt af van de omgeving;
- als een portier of de achterklep open is of niet goed is gesloten, wordt de vergrendeling niet uitgevoerd. Er klinkt een geluidssignaal en de alarm- en zijknipperlichten knipperen niet.
Raad
Als de motor draait werken de knoppen op de kaart niet.
Nadat een deur is geopend en gesloten terwijl de motor draait en de kaart zich niet meer in zone 2 bevindt, waarschuwt de melding "Kaart niet gedetecteerd" u dat de kaart zich niet langer in het voertuig bevindt. Dit helpt om bijvoorbeeld
te voorkomen dat u wegrijdt nadat een passagier is uitgestapt met de kaart bij zich.
De waarschuwing verdwijnt zodra de card weer gedetecteerd is.
Alleen de achterklep vergrendelen/ontgrendelen
Bij een voertuig met een handmatige (niet-gemotoriseerde) achterklep, drukt u op de
knop 5 om alleen de bagageruimte te ver-/ontgrendelen.
Extra vergrendeling
Als de auto extra portiervergrendeling heeft, kunnen hiermee de portieren worden vergrendeld
en niet met de handgrepen aan de binnenkant van de portieren worden ontgrendeld (na
het inslaan van een ruit om het portier van binnenuit te openen).
WAARSCHUWING
Gebruik nooit de extra portiervergrendeling als er nog iemand in de auto zit.
Om de extra portiervergrendeling in te schakelen
Druk twee keer snel na elkaar op de knop 2.
Ter bevestiging van het vergrendelen knipperen de alarmknipperlichten en zijknipperlichten
twee keer langzaam en drie keer snel.
Afhankelijk van de auto kunnen de buitenspiegels automatisch worden ingeklapt bij
het vergrendelen van de auto BEELD ACHTERKANT.
Deactiveren van de extra portiervergrendeling
Druk eenmaal op de knop 1.
Het ontgrendelen van de portieren ziet u aan het één keer knipperen van de knipperlichten.
Raad
Afhankelijk van de auto hebt u wellicht een Digital Key met alle kaartfuncties. Als
er echter een kaart in het voertuig is achtergebleven en de portieren zijn vergrendeld
met de Digital Key, zijn alle kaartfuncties geblokkeerd.
Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk "Digital key" DIGITAL KEY.
Handsfree kaart: batterij
Vervangen van het batterijtje
Als de melding "Batterij kaart laag" verschijnt op het instrumentenpaneel, vervangt u het batterijtje in de kaart:
- schuif de behuizing achter 1 omlaag terwijl u op de zone Adrukt;
- verwijder het afdekkapje 2 van het batterijtje;
- verwijder het batterijtje door op één kant ervan te drukken en het aan de andere kant op te tillen;
- plaats dit terug volgens de richting en het model aangeduid in het deksel.
Ga bij het monteren te werk in omgekeerde volgorde, druk daarna vier keer, terwijl
u dicht bij de auto staat, op één van de knoppen van de card: de boodschap verdwijnt
als weer gestart wordt.
Zorg dat het deksel goed vastzit.
Opmerking: kom bij het vervangen van het batterijtje niet aan het elektronische circuit en de
contacten in de kaart.
Raad
De batterijtjes zijn verkrijgbaar bij een merkdealer, de levensduur is ongeveer twee
jaar. Let op dat er geen inkt op het batterijtje zit: risico van slecht elektrisch
contact.
WAARSCHUWING
Bij vervanging moet u hetzelfde of een gelijkwaardig accutype gebruiken (raadpleeg
een merkdealer).
WAARSCHUWING
Bij het vervangen:
- Controleer of de batterijtjes goed zijn geplaatst.
Risico van explosie.
- Als de klep niet goed sluit: niet gebruiken en buiten bereik van kinderen houden.
Storingen
Als de accu te zwak is om correct te werken, kunt u nog steeds de auto starten en
vergrendelen/ontgrendelen PORTIEREN EN KLEPPEN VERGRENDELEN, ONTGRENDELEN.
Raad
Gooi lege batterijen niet weg, maar lever ze in bij een inzamelpunt voor lege batterijen.
WAARSCHUWING
Voorzorgen met betrekking tot batterijen:
- houd (nieuwe of oude) batterijen buiten het bereik van kinderen.
- batterijen niet inslikken;
Risico van chemische brandwonden die dodelijk kunnen zijn.
- Indien er batterijtjes zijn ingeslikt of in het lichaam ingebracht, moet zo snel mogelijk een arts worden geraadpleegd.