ZEKERINGEN

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Zekeringkastje

Controleer de staat van de zekeringen als een elektrisch apparaat niet werkt.

Maak het klepje A los.

Raadpleeg de sticker met de verklaring van de zekeringen (op de volgende bladzijde) op de achterkant van de klep A.

Bepaalde zekeringen moeten door een vakman worden vervangen. Deze zekeringen vindt u niet op de sticker.

U mag enkel werkzaamheden uitvoeren aan de zekeringen die zijn aangegeven op de sticker.

Tangetje 1

Trek de zekering los met behulp van het tangetje 1, dat zich op de achterkant van de klep A bevindt.

U kunt de zekering uit het tangetje schuiven.

Gebruik niet de ongebruikte plaatsen op de zekeringplaat om reservezekeringen in te steken.

Afhankelijk van de wetgeving of uit voorzorg:

zorg dat u altijd reservelampen en -zekeringen in uw auto heeft, een merkdealer kan u deze leveren.

Controleer de betreffende zekering en vervang hem, indien nodig, door een zekering met hetzelfde amperage als de oorspronkelijke zekering.

Door een te sterke zekering kan de bedrading te heet worden en kan brand ontstaan als een elektrisch orgaan door een storing te veel stroom verbruikt.

Bestemming van de zekeringen

(de aanwezigheid van de zekeringen hangt van het uitrustingsniveau van de auto af)

Symbool

Bestemming

Symbool

Bestemming

H

Ruitensproeiers

Ý

Aansluiting trekhaak

ë

Niet in gebruik

Niet in gebruik

Æ

Aansteker vooraan, accessoireaansluiting vooraan en achteraan, tweede rij

Diagnoseaansluiting, geluidsalarm

Niet in gebruik

Ì

Zoemer

Spiegelverwarming

Instrumentenpaneel, verlichting bedieningsorganen dashboard

×

Remlichten, UCH

O

Portiervergrendeling, bediening voor openen en sluiten van de achterklep

Parkeerrem

D

Richtingaanwijzers, alarmknipperlichten

Extra versterker

USB-aansluiting achter op console

î

Aansluitingen voor radio, multimediascherm, multimedia-accessoires, schakelaar voor parkeerrem

UCH, ruitenwisser achter, mistlamp achter