OPBERGRUIMTES, INDELING INTERIEUR
Opbergruimte in portieren 1
Hierin kunt u een fles plaatsen.
Laat geen spullen op de vloer (bij de bestuurder) liggen. In geval van plotseling remmen zouden deze onder de pedalen terecht kunnen komen, waardoor de bestuurder deze niet meer goed kan bedienen.
Dashboardkastje 2
Let op dat er geen harde, zware of scherpe voorwerpen in de “open” bergruimtes geplaatst zijn, zodat zij tegen de inzittenden geslingerd kunnen worden bij het rijden door een bocht, bij plotseling remmen of bij een botsing.
Opberglade aan passagiersstoel 3
Om de lade te openen, plaatst u een vinger in de uitsparing 4. Ze gaat vanzelf open. Op een steile helling moet u de lade mogelijk handmatig openen met de handgreep 5. In deze lade passen documenten van A4-formaat. Het wordt geventileerd en gekoeld.
Toegelaten belasting in de opberglade aan passagiersstoel: 6 kg gelijkmatig verdeeld.
Tijdens het rijden moet de opberglade gesloten zijn. Verwondingsgevaar
Dashboardkastje passagier
Om deze te openen, trekt u aan de handgreep 6.
In deze ruimte passen documenten op A4 formaat, een grote fles water, enz.
Het dashboardkastje wordt geventileerd en gekoeld.
Bekerhouder 7
Beschikbaar afhankelijk van de uitrusting.
Let op bij het accelereren of het rijden in een bocht, dat de inhoud van de beker of het blikje niet over de rand stroomt.
Risico van brandwonden als de vloeistof warm is en/of vlekken.
Centrale opbergruimte 8
Schuif het gordijn open 9 om de opbergruimte te openen.
Armsteun in het midden 10
Opbergvak in de middenconsole 11
Zet de armsteun 10 omhoog.
Laat geen spullen op de vloer (bij de bestuurder) liggen. In geval van plotseling remmen zouden deze onder de pedalen terecht kunnen komen, waardoor de bestuurder deze niet meer goed kan bedienen.
Middenconsole 12
Als u de middenconsole naar voren of naar achteren wilt verplaatsen (beweging B), drukt u op de knop 13 en verschuift u de console. Wanneer deze de gewenste positie heeft, laat u de knop los en controleert u of deze juist is vergrendeld.
Bij intensief gebruik schakelt een beveiliging de werking uit gedurende enkele minuten.
De belasting mag nooit meer zijn dan 6 kg.
Opbergruimte 14
Bekerhouders 15
Hierin passen de losse asbak, blikjes, enz.
Kleppen bij de voeten van bestuurder en passagiers voor en achter 16
In deze opbergruimtes passen wegenkaarten, doeken, enz.
Laat geen spullen op de vloer (bij de bestuurder) liggen. In geval van plotseling remmen zouden deze onder de pedalen terecht kunnen komen, waardoor de bestuurder deze niet meer goed kan bedienen.
Armsteun achter met bekerhouder
Zet de armsteun 17 omlaag.
Bekerhouder
Beschikbaar afhankelijk van de uitrusting.
Let op bij het accelereren of het rijden in een bocht, dat de inhoud van de beker of het blikje niet over de rand stroomt.
Risico van brandwonden als de vloeistof warm is en/of vlekken.
Opbergruimte van het achterportier 18
Laat geen spullen op de vloer (bij de bestuurder) liggen. In geval van plotseling remmen zouden deze onder de pedalen terecht kunnen komen, waardoor de bestuurder deze niet meer goed kan bedienen.
Opberglade 19 onder de middenconsole
Let op dat er geen harde, zware of scherpe voorwerpen in de “open” bergruimtes geplaatst zijn, zodat zij tegen de inzittenden geslingerd kunnen worden bij het rijden door een bocht, bij plotseling remmen of bij een botsing.
Opbergvakken 20 in voorstoelen
Tafeltje 21
Riemen 22
U kunt hiermee bijvoorbeeld een tablet vastmaken.
Voor een tablet
Bevestig het bovenste deel van de hoedenplank met de koordjes 22 en plaats het onderste deel in een van de houders 23.
Handgreep 24
Hieraan kan men zich vasthouden tijdens het rijden.
Gebruik deze niet bij het in- of uitstappen.
Kledinghaken 25