BINNENVERLICHTING
![](/sites/default/files/uas/nld/X82/ud53126_3_1.jpg)
![](/sites/default/files/uas/nld/X82/ud53126_3_2.jpg)
Binnenlichten
Gebruik van de schakelaars 1, 2 of 3 activeert het volgende:
- een constant brandende verlichting;
- een verlichting die gaat branden als één van de portieren wordt geopend, De binnenverlichting gaat alleen uit als de portieren, waarop de verlichting reageert, goed gesloten zijn;
- het onmiddellijk uitgaan.
Het ontgrendelen en het openen van de portieren zorgen voor het tijdelijk branden van de binnenlichten en de lichten.
![](/sites/default/files/uas/nld/X82/ud53126_3_3.jpg)
Leesspot
(afhankelijk van de auto)
Kantel de schakelaar 4.
![](/sites/default/files/uas/nld/X82/ud53126_3_4.jpg)
Verlichting dashboardkastje 5
Deze gaat branden bij het openen van het dashboardkastje.
![](/sites/default/files/uas/nld/X82/ud53126_3_5.jpg)
Verlichting bagageruimte 6
Deze gaat branden bij het openen van de bagageruimte.
Wanneer de portieren correct gesloten zijn, doven het binnenlicht en de andere lichten bij het vergrendelen of starten van de motor.
![](/sites/default/files/uas/nld/X82/ud53126_3_6.jpg)
Verlichting voor de zitplaatsen achterin 7
Druk op de knop 7 om het volgende te activeren:
- een constant brandende verlichting;
- een verlichting die gaat branden als één van de portieren wordt geopend.
![](/sites/default/files/uas/nld/X82/ud53126_3_7.jpg)
Binnenlicht achter 8
Draai de knop 9 om het volgende te activeren:
- een constant brandende verlichting;
- een verlichting die gaat branden als een van de achterportieren wordt geopend. De binnenverlichting gaat alleen uit als de portieren, waarop de verlichting reageert, goed gesloten zijn;
- onmiddellijk uitgaan van de verlichting.