Terug naar de lijst

CLAXON EN LICHTSIGNALEN

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

CLAXON EN LICHTSIGNALEN

Geluidssignaal

Druk op het midden van het stuurwiel A om de claxon te laten klinken.

Lichtsignaal

Trek de hendel 1 naar u toe en laat los om met de koplampen te knipperen.

Richtingaanwijzers

Zet de schakelaar 1 in dezelfde richting als waarin u het stuurwiel wilt bewegen.
Werking van de sneltoets
Verschuif de hendel 1 even omhoog of omlaag, waarbij u het weerstandspunt niet overschrijdt, en laat hem dan weer los: de hendel keert terug naar zijn oorspronkelijke stand en het betreffende richtingaanwijzerlampje knippert drie keer.

Alarmknipperlichten

Druk op schakelaar 2 om alle vier de richtingaanwijzers en zijknipperlichten te activeren.
Gebruik deze alleen als gevaar dreigt om andere weggebruikers te waarschuwen dat u gedwongen bent te stoppen op een abnormale plaats of zelfs waar dit verboden is, of bij bijzondere rij- of verkeersomstandigheden.