Automatische transmissie
Automatische transmissie
Elektronische keuzehendel 1
R: achteruit
N: neutraalstand
D: automatische modus
P: parkeren, knop 2
De ingeschakelde versnelling verschijnt op het instrumentenpaneel.
Tip-keuzehendel
Zet de keuzehendel 1 een of twee klikken omhoog of omlaag om de gewenste stand (R, N of D) in te schakelen. Als u hendel loslaat, gaat deze naar de stabiele stand.
De gekozen stand verschijnt op het instrumentenpaneel.
Als bepaalde omstandigheden het schakelen in de weg staan, knippert de huidige stand
op het instrumentenpaneel.
Om stand P in te schakelen
Druk met stilstaande auto en draaiende motor of ingeschakeld contact op de knop 2 om de stand P in te schakelen.
Om stand P uit te schakelen
Druk met stilstaande auto en lopende motor op het rempedaal en zet de keuzehendel
1 omhoog of omlaag in de gewenste stand.
Als het rempedaal niet volledig wordt ingedrukt, verschijnen het bericht "Trap rempedaal in" en het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel.
Om de auto in neutraal te zetten
Met stilstaande auto en draaiende motor stand N inschakelen: druk op het rempedaal en zet daarna de keuzehendel 1 een klik omhoog of omlaag.
WAARSCHUWING
Controleer of het waarschuwingslampje P op het instrumentenpaneel brandt voordat u de auto verlaat.
Risico dat de auto wegrolt.
Stand automatisch
Zet, met stilstaande auto en het rempedaal ingedrukt, de keuzehendel 1 twee klikken omlaag om stand D in te schakelen.
Er wordt automatisch op het juiste moment geschakeld naar de juiste versnelling, in
overeenstemming met de belasting van de auto, de wegsituatie en de rijstijl die u
hebt gekozen.
Opmerking: als de motor draait en de auto 0 tot 8 km/u rijdt in stand N of R, moet het rempedaal worden ingedrukt om de auto in stand D te zetten.
Zuinig rijden
Laat de selecteurhendel voor normaal gebruik in stand D staan. Als het gaspedaal iets wordt ingedrukt, schakelt de transmissie bij een lage
snelheid naar de volgende versnelling.
Accelereren en inhalen
Druk het gaspedaal snel en diep in (voorbij het zware punt van het pedaal).
U kunt ook te allen tijde terugschakelen om in te halen door op de peddel links te
drukken.
Om de achteruitversnelling in te schakelen
Zet de keuzehendel 1 met stilstaande auto en lopende motor twee klikken omhoog om de stand R in te schakelen.
Als het rempedaal niet wordt ingetrapt, klinkt er een geluidssignaal, knippert de
R-positie gedurende ongeveer vijf seconden in het raster op het instrumentenpaneel
en wordt het bericht "Rempedaal intrappen" gedurende ongeveer vijf seconden weergegeven.
Opmerking: als de motor draait en de auto 0 tot 8 km/u rijdt in stand N of D, moet het rempedaal worden ingedrukt om de auto in stand R te zetten.
Hendels 3 en 4 voor overschakelen naar een andere versnelling
(behalve de E-Tech full hybrid-versie)
Afhankelijk van de auto kunnen de hendels 3 en 4 worden gebruikt om de versnelling te wijzigen als de hendel in stand D staat.
3: schakel naar een lagere versnelling (-).
4: schakel een hogere versnelling in (+).
De standen P, N en R kunnen niet worden gekozen via de hendels.
Stand handgeschakeld
(auto's met schakelpeddels)
Tijdens het rijden in stand D kunt u met peddels 3 of 4 op het stuurwiel overschakelen naar handgeschakelde modus. Afhankelijk van de auto
zijn twee handmatige rijstijlen beschikbaar:
- de "tijdelijke" handmatige modus kan worden gebruikt om schakelen te forceren door kort op een van de twee hendels te drukken. De rijstijlmodus D en versnelling verschijnen op het instrumentenpaneel.
Opmerking: De versnellingsbak gaat automatisch terug naar de automatische modus D als de ingeschakelde versnelling niet meer optimaal voor de prestaties van de auto
is of als er al enige tijd geen actie op een peddel is geweest.
- activeer de permanente handschakelmodus door een van de peddels ingedrukt te houden. De rijstijlmodus M en de ingeschakelde versnelling verschijnen op het display 5 op het instrumentenpaneel.
Opmerking: afhankelijk van de auto keert u terug naar de automatische modus door de peddel rechts
ingedrukt te houden of door de tip-hendel 1 een of twee klikken omlaag te zetten.
In alle gevallen:
- om terug te schakelen drukt u op de linkerhendel;
- Voor een hogere versnelling drukt u op de rechterhendel.
Opmerking: de indicatoren + en - adviseren de bestuurder om naar een hogere of lagere versnelling te schakelen.
Bijzondere gevallen
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld ter bescherming van de motor, bij werking
van het elektronisch stabiliteitsprogramma ESCenz.) kiest de transmissie tijdens het rijden toch zelf de juiste versnelling.
Ook kan, om verkeerde manoeuvres te voorkomen, het schakelen worden geweigerd. In
dit geval knippert de aanduiding van de versnelling enkele seconden om u te waarschuwen.
Bijzondere gevallen
- Als het wegtype of de weersomstandigheden (steile helling omhoog of omlaag, diepe sneeuw, zand of modder) het moeilijk maken om in automatische modus te blijven rijden: bij auto's met schakelpeddels is het raadzaam om met behulp van de schakelpeddels naar de handmatige modus te schakelen. Hiermee voorkomt u dat de versnellingsbak herhaaldelijk automatisch schakelt bij heuvelopwaarts rijden en kunt u remmen op de motor tijdens lange afdalingen.
- Om bij erg koud weer, te voorkomen dat de motor afslaat, raden wij u aan na het starten van de motor even te wachten voordat u de selecteurhendel verplaatst uit P of N en de hendel in de stand D of R.
Parkeren van de auto
P automatisch wordt ingeschakeld en de elektronische parkeerrem (indien aanwezig) wordt
aangetrokken wanneer:
- de motor wordt uitgeschakeld;
- de veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt en de auto stilstaat;
en
- het bestuurdersportier wordt geopend en de auto stilstaat.
P verschijnt op het instrumentenpaneel.
Omdat de stand Pautomatisch wordt ingeschakeld wanneer de motor wordt uitgezet, kan het nodig zijn om de auto in stand N te zetten voor sommige wasstraten, bijvoorbeeld:
- Druk met draaiende motor op de knop P, zet de keuzehendel 1 een klik omhoog of omlaag en schakel de motor uit.
- Schakel met de motor uit en het contact aan de keuzehendel 1 een klik omhoog of omlaag.
Bij de volgende keer starten van de motor wordt de stand P automatisch ingeschakeld volgens de eerder beschreven gevallen.
Raad
Stand P mag alleen worden ingeschakeld als het voertuig stilstaat.
Raad
Laat om op een helling stil te blijven staan uw voet niet op het gaspedaal rusten.
Risico van oververhitting van de automatische versnellingsbak.
WAARSCHUWING
Om veiligheidsredenen mag u nooit het contact uitzetten voordat de auto compleet stilstaat.
Onderhoudsintervallen
Raadpleeg het onderhoudsdocument voor uw auto of een geautoriseerde dealer om na te
gaan of periodiek onderhoud noodzakelijk is voor de automatische transmissie.
Als de transmissie geen onderhoud nodig heeft, hoeft geen olie te worden bijgevuld.
Storingen
- als tijdens het rijden de melding boodschap "Transmissie controleren" verschijnt op het instrumentenpaneel, dan geeft dit een storing aan.
Raadpleeg echter snel een erkende dealer;
- als tijdens het rijden de melding"Versnellingsbak oververhit" of "Koel de versnellingsbak: stop tijdelijkop het instrumentenpaneel verschijnt, stop dan zo snel mogelijk om de versnellingsbak te laten afkoelen totdat het bericht verdwijnt;
- als tijdens het rijden de melding "Risico op versnellingsbakstoring" verschijnt op het instrumentenpaneel, wordt het motorvermogen bewust beperkt om de versnellingsbak te onderhouden.
Raadpleeg echter snel een erkende dealer;
- pechhulp voor een auto met automatische transmissie SLEPEN: PECH.
WAARSCHUWING
Bij het manoeuvreren kan de auto aan de onderkant ergens tegenaan rijden (bijvoorbeeld
contact met een paaltje, een trottoir of ander stadsmeubilair) en daardoor beschadigd
raken (bijvoorbeeld vervorming van een as).
Om ieder risico van een ongeluk te voorkomen, moet u uw auto door een merkdealer laten
controleren.
Zorg bij een motorstoring of een elektrische storing (accustoring) die van invloed
is op de werking van de automatische versnellingsbak dat de auto goed stil blijft
staan.
Als de melding "Automatische versnellingsbak P defect" op het instrumentenpaneel verschijnt, kan stand P niet worden ingeschakeld. Zet het voertuig vast met de elektronische parkeerrem en
raadpleeg een erkende dealer.