Portieren en kleppen vergrendelen, ontgrendelen
Portieren en kleppen vergrendelen, ontgrendelen
Als de kaart niet werkt
In sommige gevallen werkt de kaart mogelijk niet:
- als de kaartbatterij of de accu van de auto leeg is enz.;
- bij gebruik van apparaten op dezelfde frequentie als de kaart (mobiele telefoon, enz.).
- De auto bevindt zich in een sterk elektromagnetisch veld
- voertuig vergrendeld met een Digital Key DIGITAL KEY
In dat geval is het mogelijk:
- de FM-afstandsbediening of de noodsleutel die in de kaart is geïntegreerd (afhankelijk van de auto) gebruiken om het bestuurdersportier te ontgrendelen;
- gebruik van de schakelaar in het interieur voor het vergrendelen/ontgrendelen van de portieren;
- om de Digital Key te gebruiken, afhankelijk van de auto DIGITAL KEY.
In de kaart geïntegreerde sleutel
De geïntegreerde sleutel 2 kan worden gebruikt om het bestuurdersportier te vergrendelen/ontgrendelen wanneer
de kaart niet werkt.
Toegang tot sleutel 2
Schuif de behuizing achter 1 omlaag terwijl u op de zone Adrukt.
Gebruik van de sleutel die in de kaart is ingebouwd
- Trek aan de handgreep 3;
- druk naar beneden op de afdekking B op het bestuurdersportier;
- Steek het uiteinde van de sleutel 2 in de inkeping 4 onderaan het klepje B;
- draai deze omhoog om het klepje B te verwijderen;
- steek de sleutel 2 in het slot van het bestuurdersportier en vergrendel of ontgrendel vervolgens.
Zodra u zich in de auto bevindt, steekt u de geïntegreerde sleutel terug in de uitsparing
van de kaart.
Handmatig vergrendelen van de portieren
Draai, met het grote portier open, de schroef 5 (met behulp van het uiteinde van de sleutel) en sluit het portier.
Nu is de deur van buitenaf vergrendeld.
Het openen kan alleen van binnenuit gebeuren of met de noodsleutel voor het portier
van de bestuurder.
Schakelaar voor het vergrendelen/ontgrendelen van de portieren van binnenuit
De schakelaar 6 bedient de portieren, de klep van de bagageruimte en de klep van de brandstoftank
tegelijkertijd.
Als een portier (of de achterklep) open of niet goed gesloten is, vergrendelen/ontgrendelen
de portieren snel.
In geval van het vervoer van een voorwerp met de geopende bagageruimte, kunt u toch
de andere portieren vergrendelen: motor uit, druk meer dan vijf secondes op de schakelaar
6 om de andere de portieren te vergrendelen.
Controlelampje van de portiervergrendeling
Wanneer het contact aan is, geeft het waarschuwingslampje in de schakelaar 6 de staat van de portiervergrendeling aan:
- wanneer het waarschuwingslampje brandt, zijn de deuren en de deur van de bagageruimte vergrendeld;
- lampje uit: de portieren zijn ontgrendeld.
Als u de portieren vergrendelt, blijft het controlelampje branden en dooft daarna.
WAARSCHUWING
Verantwoordelijkheid van de bestuurder
Bedenk dat het rijden met vergrendelde portieren een belemmering kan zijn voor hulpverleners
in geval van nood.
Vergrendelen van de portieren zonder kaart of sleutel
Bijvoorbeeld bij een lege batterij of als de kaart of de sleutel tijdelijk niet werkt,
enz.
Met het contact uit en een deur of de bagageruimte open, houdt u schakelaar 6 ingedrukt.
Bij het sluiten van het portier worden alle portieren en kleppen vergrendeld.
Opmerking: De auto kan van buitenaf alleen worden ontgrendeld als de kaart zich in de toegangszone
van de auto bevindt of met behulp van de sleutel.
WAARSCHUWING
Laat nooit een sleutel of kaart in de auto liggen als u de auto verlaat.