Controlelampje grootlicht
Controlelampje dimlicht
Controlelampje mistlichten voor
Controlelampje mistachterlicht
Controlelampjes van de richtingaanwijzers
Waarschuwingslampje snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging
Dit gaat branden bij het aanzetten van het contact, en dooft na enkele secondes.
Als het brandt tijdens het rijden, met een geluidssignaal, geeft dit een storing van het systeem aan.
Raadpleeg snel een merkdealer.
Indicatielampje voor overschakelen naar de volgende versnelling.
Ze lichten op om u te adviseren naar een hogere versnelling (pijl omhoog) of lagere versnelling (pijl omlaag) te schakelen.
Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur
Als dit blijft branden tijdens het rijden, samen met het controlelampje®, duidt dit op oververhitting van de motor. Stop en laat de motor één tot twee minuten stationair draaien. De temperatuur moet afnemen. Als dit niet zo is moet u de motor stoppen. Laat de koelvloeistof afkoelen voordat u het peil ervan controleert. Roep indien nodig de hulp in van een merkdealer.
Waarschuwingslampje handremvastgezet en waarschuwingslampje remsysteem
Met contact aan licht het op. Als het tijdens het remmen gaat branden met het waarschuwingslampje®, dan wijst het op een daling van de hoeveelheid remvloeistof in de circuits. Het kan gevaarlijk zijn om door te rijden, roep de hulp in van een merkdealer.
Waarschuwingslampje luchtverontreiniging
Voor de auto’s die hiermee uitgerust zijn, licht het op bij het aanzetten van het contact en dooft daarna.
–Als het continu brandt in combinatie met het waarschuwingslampje©, moet u zo snel mogelijk een merkdealer raadplegen;
–Als het knippert, moet u vaart verminderen tot het knipperen ophoudt. Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merkdealer.
Zie “Tips voor zuinig rijden en minder luchtverontreiniging” in hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje oliedruk
Als het tijdens het rijden gaat branden, moet u onmiddellijk stoppen en het contact afzetten.
Controleer het oliepeil (raadpleeg de paragraaf “Oliepeil van de motor” in hoofdstuk 4). Als het peil normaal is, heeft dit een andere oorzaak, raadpleeg snel een merkdealer.
Controlelampje voorverwarming
(dieselmotor)
Met contact aan, licht het op. Het geeft aan dat voorverwarmingsstiften werken. Als de voorverwarming is beëindigd, dooft het lampje en kan de motor worden gestart.
Waarschuwingslampje elektronische storing
Als dit blijft branden of oplicht tijdens het rijden, wijst dit op een elektrische of elektronische storing of bij dieselmotors is er water gedetecteerd in het dieselbrandstof.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merkdealer.
RichtingaanwijzerAirbag
Dit lampje gaat branden als het contact wordt aangezet en dooft na enkele secondes. Als het niet oplicht bij het aanzetten van het contact of als het oplicht tijdens het rijden, wijst dit op een storing in het systeem.
Raadpleeg snel een merkdealer.
Waarschuwingslampje antiblokkeersysteem
Dit gaat branden bij het aanzetten van het contact, en dooft na enkele secondes.
Als het niet dooft na het aanzetten van het contact of als het oplicht tijdens het rijden, wijst dit op een storing in het antiblokkeersysteem van de wielen. Er kan dan met de auto worden geremd als bij een auto zonder ABS.
Raadpleeg snel een merkdealer.
Waarschuwingslampje brandstofpeil
Dit gaat branden bij het aanzetten van het contact en dooft na enkele seconden. Als het gaat branden tijdens het rijden met een geluidssignaal: ga zo snel mogelijk tanken. Vanaf het eerste oplichten van het waarschuwingslampje kunt u nog ongeveer 50 km rijden.
Waarschuwingslampje autogordel
Afhankelijk van de auto verschijnt dit op het instrumentenpaneel of op het centrale display van het dashboard. Het blijft branden tijdens het starten als uw autogordel niet vastgemaakt is. Een geluidssignaal weerklinkt zachtjes gedurende 30 secondes, daarna harder gedurende 90 secondes.
Waarschuwingslampje laadstroom
Als het tijdens het rijden gaat branden, is er een storing in het laadstroomcircuit van de accu. Stop en raadpleeg snel een merkdealer.
Waarschuwingslampje motor op stand-by
Raadpleeg de paragraaf “Stop and Start-functie” in hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje motor kan niet op stand-by worden gezet
Raadpleeg de paragraaf “Stop and Start-functie” in hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje voor het reagenspeil en storingen in het EGR-systeem.
Zie “Reagenstank” in hoofdstuk 1.
Controlelampjes van de snelheidsregelaar en snelheidsbegrenzer
Raadpleeg de paragrafen “Snelheidsregelaar” en “Snelheidsbegrenzer” in hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje Elektronisch Stabiliteitsprogramma (ESC) en tractiecontrole
Raadpleeg de paragraaf “Hulp-en correctiesystemen tijdens het rijden” in hoofdstuk 2.
Waarschuwing bij verlies van bandenspanning
Raadpleeg de paragraaf “Waarschuwing bij verlies van bandenspanning” in hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje wegliggingscontrole
Raadpleeg de paragraaf “Hulp-en correctiesystemen tijdens het rijden” in hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje geopend portier
Dit brandt als het contact aan staat en een portier niet goed is gesloten.