TELEFONISCHE OPROEP
Menu “Telefoon” | |
Klik in het hoofdmenu op “Telefoon”. Opmerking: druk op zone A om het menu “Telefoon” rechtstreeks te openen vanuit de meeste menu's. Opmerking: om een nummer bellen, moet de telefoon verbonden zijn met het multimediasysteem. Zie voor meer informatie “Telefoonverbinding maken/verbreken”. |
Scherm “Verbinding actief”
1 Naam en telefoonnummer van contactpersoon.
2 Huidig gesprek pauzeren.
3 Toegang tot toetsenbord om een nummer te kiezen.
4 Submenu.
5 Duur van huidig gesprek.
6 Gesprek overzetten naar de telefoon.
7 Terug naar het vorige menu.
8 Oproep beëindigen.
Een nummer bellen
Om een nummer te bellen, kiest u:
- een nummer in het oproeplog van menu “Historie” 11
- een contactpersoon in het telefoonboek via menu “Telefoonboek” 10;
- de toetsen van het toetsenbord via menu “Kiezen” 9.
Een oproep ontvangen
Bij een inkomend gesprek wordt het ontvangstscherm weergegeven met de volgende informatie:
- de naam van de contactpersoon (als zijn nummer aanwezig is in het telefoonboek of in de lijst met favoriete nummers);
- het nummer van de beller (als het nummer niet in uw telefoonboek staat);
- “Privénummer” (als het nummer niet zichtbaar is).
“Opnemen”
Om een oproep aan te nemen, drukt u op “Opnemen” 16. Druk op “Beëindigen” 12 om de oproep te beëindigen.
Een oproep afwijzen
Om een binnenkomend gesprek te weigeren, drukt u op de toets “Afwijzen” 12. de persoon die u belt wordt dan doorverbonden met de voicemail.
Het gesprek pauzeren
Druk op de toets Pauze 14. Het multimediasysteem hangt op en zet inkomende oproepen automatisch in de wacht. Een computerstem vraagt uw bellers om te wachten.
Oproep doorschakelen
Druk op de toets Doorgeven 13 om de oproep over te zetten van de auto naar de telefoon.
Opmerking: sommige telefoons kunnen de verbinding met het multimediasysteem verbreken bij het doorschakelen van gesprekken.
Toetsenbord
Druk op de toets “Toetsenbord” 15 voor toegang tot het toetsenbord.
U kunt oproep beantwoorden/beëindigen door te drukken op de bediening 17 onder het stuur.
Om veiligheidsredenen mogen deze acties enkel worden uitgevoerd als de auto stilstaat.
Tijdens het gesprek
Tijdens een gesprek kunt u:
- Stel het volume in met behulp van de bedieningstoetsen onder het stuurwiel van de auto of met behulp van de volumetoetsen op het multimediascherm.
- Beëindig een gesprek door te drukken op “Beëindigen” 8 of op toets 17 onder het stuurwiel.
- Zet een oproep in de wacht door te drukken op toets 14. Hervat een oproep die in de wacht is gezet door nogmaals te drukken op toets 14.
- Zet het gesprek over op de aangesloten telefoon door te drukken op “Omzetten naar telefoon” 13.
- Beantwoord een tweede oproep en schakel tussen twee oproepen door te drukken op 18.
Opmerking: zodra u de tweede inkomende oproep beantwoordt, wordt het eerste gesprek automatisch in de wacht gezet.
- Druk op toets 15 om het toetsenbord te openen.
- Ga terug naar het vorige menu en de overige functies door te drukken op 19.
Zodra het gesprek is beëindigd, kunt u via het multimediasysteem terugbellen naar degene die u gebeld heeft.
Opmerking: tijdens een gesprek kunt u wel een tweede oproep aannemen, maar u kunt niet zelf een tweede oproep starten.
Telefonisch vergaderen
Tijdens een gesprek kunt u de beller die in de wacht staat, laten deelnemen aan het gesprek.
Druk in het submenu 4 op de toets “Gesprekken samenvg.” voor het activeren van de telefonische vergadering.