KOPLAMPEN: de lampen vervangen
Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.
Verwondingsgevaar
Wijzig niet zelf de bedrading van de auto want door een verkeerde aansluiting kan de elektrische installatie worden beschadigd (bedrading, organen en in het bijzonder de dynamo). Laat eventuele veranderingen door een merkdealer uitvoeren. Hij beschikt over de noodzakelijke onderdelen.
Voordat u in de motorruimte werkzaamheden kunt uitvoeren, moet u absoluut het contact uitzetten (zie “De motor starten en stoppen” in hoofdstuk 2).
Led-dagrijverlichting 1
Raadpleeg een merkdealer.
Halogeen dagrijverlichting
Draai de lamphouder A een kwartslag en maak hem los.
Lamptype: W21W/5W.
Vervang de lamp en plaats de lamphouder terug.
De lampen staan onder druk en kunnen openbarsten bij het vervangen.
Verwondingsgevaar.
Richtingaanwijzers
Draai de lamphouder B een kwart slag en maak de lamp los.
Lamptype: PY21W (oranje lamp).
Grootlicht en dimlicht
Draai het kapje C een kwartslag.
Maak de bedrading 3 los.
Maak de veer 2 los en trek de lamp eruit.
Lamptype: H4.
Raak het lampglas niet aan. Houd de lamp vast aan de metalen voet.
Vervang de lamp, plaats de stekkers terug en vergeet niet het kapje C terug te plaatsen.
Zorg dat u altijd een doos met reservelampen en -zekeringen in de auto hebt, deze is verkrijgbaar bij uw merkdealer.
Mistlichten voor 4
- Ga via de onderkant van de auto naar de lamphouder;
- maak het klepje los;
- draai de lamphouder een kwartslag.
Lamptype: H16LL.
Type lamp voor auto’s uitgerust met bochtlichten: H11LL.