Terug naar de lijst

OPBERGRUIMTES, INDELING INTERIEUR

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Blikjeshouder 1

Deze plaats kan gebruikt worden als blikhouder of de asbak kan erin worden opgeborgen.

Open de opbergruimte 2

Bekerhouder passagier 1

Positie opbergvakken bij stuur rechts

Plaats uw kaart niet in het opbergvak 2, omdat ze dan wellicht niet wordt gedetecteerd.

Laat geen spullen op de vloer (bij de bestuurder) liggen. In geval van plotseling remmen zouden deze onder de pedalen terecht kunnen komen, waardoor de bestuurder deze niet meer goed kan bedienen.

Opbergruimte zonneklep 3

Hierin kunt u kaartjes (bijvoorbeeld van een tolweg) bevestigen.

Opbergruimte middenconsole/inductielaadzone 4

Raadpleeg voor meer informatie over de inductielaadzone de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem.

Voorwerpen die achterblijven in de inductieoplaadzone 4 kunnen oververhit raken. U wordt geadviseerd om deze in de daarvoor bestemde zones te plaatsen (opbergruimte, opbergruimte achter zonneklep enz.).

Zorg vooral dat er niets (startkaart, USB-stick, SD-kaart, creditcard, juwelen, sleutels, munten, enz.) in de inductieoplaadzone 4 ligt terwijl de telefoon wordt opgeladen. Verwijder alle magnetische kaarten of creditcards uit het hoesje voordat u de telefoon in de inductielaadzone plaatst 4.

Let op dat er geen harde, zware of scherpe voorwerpen in de “open” bergruimtes geplaatst zijn, zodat zij tegen de inzittenden geslingerd kunnen worden bij het rijden door een bocht of bij plotseling remmen.

Gebruik van de telefoon en/of de multimediatablet

Houd u altijd aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot het gebruik van dit apparaat.

Opbergruimte 5

Hierin passen betaalkaarten, geld, documenten van A4-formaat enz...

Inbouwplaats voor de radio 6

Opbergvakken in het dashboard 7 en 8

Let op dat er geen harde, zware of scherpe voorwerpen in de “open” bergruimtes geplaatst zijn, zodat zij tegen de inzittenden geslingerd kunnen worden bij het rijden door een bocht, bij plotseling remmen of bij een botsing.

Laat geen spullen op de vloer (bij de bestuurder) liggen. In geval van plotseling remmen zouden deze onder de pedalen terecht kunnen komen, waardoor de bestuurder deze niet meer goed kan bedienen.

Dashboardkastje 9

Opbergruimte in het dashboard aan de passagierszijde 10 en 11

Let op dat er geen harde, zware of scherpe voorwerpen in de “open” bergruimtes geplaatst zijn, zodat zij tegen de inzittenden geslingerd kunnen worden bij het rijden door een bocht of bij plotseling remmen.

Dashboardkastje 12

Druk om te openen op de hendel 13.

Afhankelijk van de auto beschikt het dashboardkastje over ventilatie en airconditioning (er past een fles in van 1,5 liter).

Positie dashboardkastje bij stuur rechts

Maximaal toegestaan gewicht in het handschoenenkastje 12: 4 kg, gelijkmatig verdeeld.

Opberglade aan passagiersstoel 14

Druk op de knop 15 om het te openen.

Afhankelijk van de auto beschikt het dashboardkastje over ventilatie en airconditioning (er past een fles in van 1,5 liter).

Maximaal toegestane lading in de opberglade 14: 4 kg, gelijkmatig verdeeld.

Opbergruimte in voorportieren 16

Laat de zitting altijd gesloten tijdens het rijden:

- er is risico op verwondingen bij plotseling remmen of bij een ongeluk;

- er is risico op rondslingerende voorwerpen in het interieur.

Opbergbak 18 onder de zitting voorin

Trek, om erbij te kunnen komen, aan de lipjes 17 en kantel de zittingA naar voren.

Rugleuning in tafelstand

Als de auto hiermee uitgerust is, klapt u de rugleuning van de middelste stoel naar beneden en door de hendel 23 omhoog te trekken. Op de achterkant van de middelste stoel vindt u:

- een blikjeshouder 19;

- een opbergruimte 21;

- een tafeltje 22.

Opbergruimte 21

Druk op de knop 20 om het te openen.

Binnenin kan met de riem 24 een voorwerp op zijn plaats gehouden worden.

Als de opbergruimte 21 gesloten is, kunt u via de opening 24 een laadkabel van een apparaat aansluiten op de accessoireaansluiting.

Het is verboden op de middelste stoel te gaan zitten als de rugleuning neergeklapt is.

Tafeltje 22

Trek aan de hendel 20 om het tafeltje te ontgrendelen.

Plaats voor het installeren van het tafeltje de uiteinden 25 van het tafeltje in de uitsparingen 26 of 27.

U kunt met behulp van de klem 28 documenten vastmaken.

Druk op de knop 29 om het tafeltje te verwijderen.

Opmerking: zorg dat het tafeltje goed op zijn plaats zit en alles uit de bekerhouder is gehaald voordat u de rugleuning van de middelste stoel weer omhoog zet. Let er op dat de rugleuning van de middelste stoel goed vergrendeld is

Opbergzakken 30 in de achterstoelen

Let op dat er geen harde, zware of scherpe voorwerpen uitsteken of zo in open opbergruimtes zijn geplaatst, dat zij tegen de inzittenden geslingerd kunnen worden bij het rijden door een bocht, bij plotseling remmen of bij een botsing.

Let op bij het accelereren of het rijden in een bocht, dat de inhoud van de beker of het blikje niet over de rand stroomt.

Risico van brandwonden als de vloeistof warm is en/of vlekken.

Handgreep 31

Hieraan kan men zich vasthouden tijdens het rijden.

Gebruik deze hendel 31 niet bij het in- of uitstappen.

Kledinghaken 32

Afhankelijk van de auto kan de wand in de laadruimte voorzien zijn van haken.

Om veiligheidsredenen is het gebruik van de haak uitsluitend bestemd voor het ophangen van kleding.

Opbergruimte boven de laadruimte achter 33

Uitsluitend bestemd voor het vervoer van voorwerpen.

De opbergruimte boven de laadruimte achter is geschikt voor maximaal 35 kg aan gelijkmatig verdeelde spullen.

Zorg er voor dat er geen zwaar en/of scherp voorwerp geplaatst wordt dat zou kunnen vallen.

Verwondingsgevaar

Nis 34 en klep 36

Afhankelijk van de lengte van de vervoerde voorwerpen in de laadruimte, gebruikt u de nis 34.

Open de klep 36 die door magneten op zijn plaats wordt gehouden.

Laat geen voorwerpen op de vloer (vóór de bestuurder) liggen. In geval van plotseling remmen kunnen deze onder de pedalen terecht komen, waardoor de bestuurder deze niet meer goed kan bedienen.

Gebruik de klep 36 om de lengte van de lading te verlengen:

- trek aan het lipje 35 om de zitting omhoog te halen B;

- kantel de klep 36 naar de binnenkant van de stoel en trek tegelijkertijd aan het lipje 37.

Als de klep 36 geopend is, mag de voorste passagiersstoel aan de zijkant niet worden gebruikt.

Risico op ernstig letsel bij plotseling remmen of een botsing.

Let op dat er geen harde, zware of scherpe voorwerpen in de “open” bergruimtes geplaatst zijn, zodat zij tegen de inzittenden geslingerd kunnen worden bij het rijden door een bocht, bij plotseling remmen of bij een botsing.