Terug naar de lijst

VOORSTOELEN: functies

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Het bedieningsscherm biedt u afhankelijk van de auto toegang tot een aantal stoelfuncties.

Voor auto’s die hiermee zijn uitgerust, kunt u met de schakelaar 1 rechtstreeks naar het menu “Zitplaatsen” op het multimediascherm gaan.

Stoelen met massagefunctie

U kunt de functie “Massage” inschakelen op de bestuurdersstoel of de passagiersstoel.

Selecteer met het contact aan, vanaf het multimediascherm “Voertuig” 2, “Zitplaatsen” wereld, en dan “Massage”.

Via het menu “Bestuurder” of “Passagier” kunt u:

- het soort massage kiezen (“Lumbaal”, “Relax” of “Dynamisch”);

- de intensiteit aanpassen;

- de stoelmassage in- of uitschakelen.

De schakelaar 1 van de gewenste stoel ingedrukt houden, activeert de functie “Massage“ onmiddellijk volgens de gedefinieerde instellingen.

Afstellen

Zie de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem voor informatie over de instellingen.

U kunt de volgende elementen in- of uitschakelen:

- gemakkelijke toegang voor bestuurder/passagier;

- visuele feedback van de huidige beweging.

Opmerking: bij gebruikersprofiel “Gast“ zijn de automatische afstelfuncties niet beschikbaar.

Gemakkelijke toegang voor bestuurder/passagier

Als deze functie geactiveerd is, gaat de stoel automatisch achteruit als de bestuurder en/of de passagier uitstapt en gaat hij weer terug in de oorspronkelijke stand als de motor weer wordt gestart.

Opmerking:

- schakel deze functie uit als u een kinderzitje op de plaats van de bijrijder wilt installeren;

- de functie wordt gedeactiveerd als een van de afstelknoppen wordt ingedrukt terwijl de stoel beweegt.

Stand

De zitpositie van de bestuurders- en/of passagiersstoel kan worden opgeslagen:

In de zitpositie zijn de afstellingen van de zitting en van de rugleuning van de stoel en van de buitenspiegels opgenomen.

De zitpositie kan worden opgeslagen in het geheugen en daaruit worden opgeroepen, door op de knoppen te drukken:

- door het gebruikersprofiel te wijzigen;

- door te drukken op de knop “Oproepen” voor de bestuurdersstoel;

- door te drukken op de knoppen 6 voor de passagiersstoel.

Opslaan van de zitpositie

- Stel de bestuurdersstoel af met de schakelaars 34 en 5 (zie vorige bladzijde);

- stel de buitenspiegels af.

Zie de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem voor informatie over de toegang tot de opgeslagen zitpositie.

De stand van de buitenspiegels bij vooruit en achteruit rijden en de positie van de bestuurdersstoel worden opgeslagen.

Oproepen van de zitpositie

Zie de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem voor meer informatie over het opslaan van de zitpositie.

N.B.: het oproepen van de opgeslagen zitpositie wordt onderbroken als u op één van de knoppen van de afstelling van de stoel drukt.

Voer deze verstellingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.