Terug naar de lijst
Peilen:
Peilen:
Koelvloeistof
De locatie van de koelvloeistofreservoirs kan verschillen, afhankelijk van de auto.
- reservoir 1 dient om de motor te koelen;
of
- reservoir 1 dient om de motor te koelen en reservoir 2 om de tractiebatterij te koelen;
of
- reservoir 2 dient voor koeling van de motor en de tractiebatterij.
Controle van het peil moet bij stilstaande motor en op horizontale ondergrond plaatsvinden.
Voor elk reservoir moet het peil bij koude motor liggen tussen "MINI" en "MAXI" op de koelvloeistofreservoirs1 en 2.
Vul bij koude motor bij, voordat het peil onder de markering "MINI" zakt.
Opmerking: bij een nieuw voertuig in de inrijfase kan het vloeistofpeil hoger zijn dan het MAXI-peil op de tank; later kan het zakken naar een peil tussen MINI tot MAXI. Dit levert geen risico op.
Raad
Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen
WAARSCHUWING
Zolang de motor warm is, mogen er geen werkzaamheden aan de motor en het koelsysteem
worden uitgevoerd.
Risico van brandwonden.
WAARSCHUWING
Het aandrijfsysteem van de elektrische auto gebruikt ongeveer 400 volt gelijkspanning.
Dit systeem kan tijdens en na het uitzetten van het contact onder spanning staan.
Let op de waarschuwingen op de stickers in de auto.
Elke ingreep of wijziging aan het elektrische 400 V-systeem van het voertuig (componenten,
kabels, connectoren, tractiebatterij) is strikt verboden.
Risico van ernstige brandwonden of mogelijk dodelijke elektrische schokken.
Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje
in de motorruimte herinnert u hieraan.
Verwondingsgevaar
Regelmatige controle van het peil
Controleer regelmatig elk koelvloeistofpeil; te weinig koelvloeistof kan de motor en batterij ernstig beschadigen.
Vul uitsluitend bij met door onze technische dienst goedgekeurde producten die zorgen
voor:
- bescherming tegen bevriezen;
- een bescherming tegen corrosie van het koelcircuit.
Interval voor het vervangen
Raadpleeg het onderhoudsboekje van uw auto.
WAARSCHUWING
Kom niet onder de motorkap terwijl de auto wordt opgeladen of wanneer het contact
niet is uitgezet.
WAARSCHUWING
Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap, of de schakelaar van de ruitenwisser
in de stand uit staat.
Verwondingsgevaar
Remvloeistofpeil
Controle van het peil moet bij stilstaande motor en op horizontale ondergrond plaatsvinden.
Controleer regelmatig het peil van de remvloeistof en zeker als u bij het remmen een
verschil, hoe gering ook, opmerkt.
Interval voor het vervangen
Raadpleeg het onderhoudsboekje van uw auto.
Raad
Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen
Vullen
Na werkzaamheden aan het hydraulische circuit moet de remvloeistof worden vervangen
door een deskundige. Gebruik hiervoor uitsluitend door onze technische dienst goedgekeurde
remvloeistof uit een verzegelde verpakking.
Peil 2
Het is normaal dat het peil daalt naarmate de remblokken slijten, maar het mag nooit
beneden de markering MINI komen.
Als u zelf de slijtage van de remschijven wilt controleren, dan kunt u bij de merkdealer
of op de website van de fabrikant een document verkrijgen met een controlemethode.
ruitensproeierreservoir
Vullen
Open de dop 3, vul tot u de vloeistof ziet en sluit de dop weer.
Vloeistof
Gebruik alleen ruitensproeiervloeistof met antivries.
Wij adviseren u een erkende dealer of een gekwalificeerde vakman te raadplegen.
Opmerking: gebruik geen hard water (risico op beschadiging van de aanzuigpomp, kalkafzetting
op de pomp en de sproeiers).