Terug naar de lijst

REAGENSTANK

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

U dient zich te houden aan de wetgeving van het land waarin u zich bevindt.

Overtreding van de geldende regelgeving is strafbaar.

De werking van de startvergrendeling

De reagens is bestemd voor dieselmotoren voorzien van het SCR-systeem (selectieve katalysator).

Gebruik van de reagens vermindert de hoeveelheid stikstofoxide in uitlaatgassen.

Het werkelijke reagensverbruik is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, de uitrusting van de auto en de rijstijl van de bestuurder.

Reagenskwaliteit

Gebruik alleen reagentia die voldoen aan standaard ISO 22241 en in overeenstemming met de markering op de vuldop.

Vullen

Bruikbare inhoud van de tank: ongeveer 21 liter of 28 liter (afhankelijk van het autotype).

Zet het contact uit en open het passagiersportier voor en het klepje 2. Draai de dop 1 los.

Let op:: er kan ammoniumhydroxidedamp ontsnappen uit de opening als de temperatuur van de tank hoog is.

Om reagens bij te vullen, moet de motor worden gestopt (dus niet stand-by voor auto’s met de Stop and Start-functie). U moet het contact UIT zetten. STARTEN, STOPPEN VAN DE MOTOR, FUNCTIE STOP AND START.

Als het bericht “xxxKM fout AdBlue bijvullen” verschijnt, vult u de reagenstank volgens de vulvoorschriften.

Risico op stilstand van de auto.

De tankdop is van een speciaal type.

Vraag naar ditzelfde type als u een andere dop koopt. Ga naar een merkdealer. Maak de omgeving van het vulsysteem niet schoon met een hogedrukreiniger.

Voorzorgsmaatregelen

U kunt de tank bijvullen bij de pomp. In andere gevallen is het belangrijk dat u de informatie op de reagenscontainer (blik of fles) leest.

Wees voorzichtig als u de reagens bijvult. Het kan kleding, schoenen, onderdelen van de carrosserie enz. beschadigen.

Als er reagens overstroomt of op het lakwerk terechtkomt, moet het betroffen gebied snel met veel water en een zachte doek worden gereinigd.

Opmerking: als de reagens kristalliseert, gebruikt u een zachte spons.

De reagens mag niet in contact komen met ogen of huid. Bij onverhoopt contact spoelen met veel water. Indien nodig een arts raadplegen.

Bij extreem koud weer

Als het vriest moet de reagenstank worden bijgevuld zodra het waarschuwingslampje gaat branden en het bericht “Vul AdBlue bij voor 1500 km”, of, afhankelijk van de auto, het bericht “Vul AdBlue bij voor 1200 km” verschijnt op het instrumentenpaneel.

Bijzondere gevallen

De reagensvloeistof bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -10°C.

Probeer in deze omstandigheden niet om de vloeistof bij te vullen als deze bevroren is. Indien u het reservoir moet vullen of bijvullen met reagens ( aan), zet u de auto indien mogelijk op een warmere plek zodat de reagens weer vloeibaar wordt. Anders vraagt u een vakman om reagensvloeistof bij te vullen.

Nadat u de reagenstank hebt bijgevuld, controleert u of de dop en het klepje zijn gesloten. Start dan de motor en WACHT 10 seconden terwijl de auto stilstaat met draaiende motor voordat u weer wegrijdt.

Als u dit niet doet, wordt het bijvullen van de tank pas geregistreerd nadat de auto tientallen minuten heeft gereden.

Het bericht “--- Vul AdBlue” verschijnt en/of de controlelampjes branden totdat het bijvullen is geregistreerd door het systeem.

Er mogen geen werkzaamheden worden uitgevoerd aan onderdelen van het systeem. Om schade te voorkomen mag uitsluitend deskundig personeel van de merkdealer werkzaamheden aan het systeem uitvoeren.

Waarschuwing met boodschap op het instrumentenpaneel op het display 3

Uitvoeringen voor voorwielaandrijving en bestelwagen

Er verschijnen controlelampjes en berichten op het instrumentenpaneel 3 volgens de actieradius van de resterende reagens.

Afhankelijk van de rijstijl kunnen deze worden weergegeven voordat de reagenstank op het instrumentenpaneel op het laagste niveau staat DISPLAYS EN METERS.

Onderhoud/actieradius

De informatie op het instrumentenpaneel kan worden vergezeld door een geluidssignaal.

Controleen waarschuwingslampjes

Boodschappen

Wat te doen?

-

Niveau AdBlue Correct (afhankelijk van de auto)

-

-

“Vul AdBlue bij voor 2400 km”

Als het bericht verschijnt bij aanzetten van het contact, hebt u een actieradius van minder dan 2400 km.

Vul de tank bij of laat een merkdealer de reagenstank bijvullen.

gaat branden.

“Vul AdBlue bij voor 1500 km” of, afhankelijk van de auto, “Vul AdBlue bij voor 1200 km”

Als het bericht verschijnt als het contact wordt ingeschakeld, hebt u nog een actieradius van 1500 tot 1000 km of, afhankelijk van de auto, van 1200 tot 800 km.

Vul de tank bij of laat een merkdealer de reagenstank bijvullen.

Onderhoud/actieradius

De informatie op het instrumentenpaneel kan worden vergezeld door een geluidssignaal.

Controleen waarschuwingslampjes

Boodschappen

Wat te doen?

gaat branden.

“xxxKM fout AdBlue bijvullen”

Het bericht verschijnt als het contact wordt aangezet en wordt herhaald:

- Ongeveer om de 100 km: resterende actieradius van 1000 tot 200 km of, afhankelijk van de auto, van 800 tot 200 km;

- Ongeveer elke 50 km: u hebt een actieradius van minder dan 200 km.

Laat in elk geval een merkdealer de reagenstank zo snel mogelijk vullen of bijvullen.

knippert of brandt, afhankelijk van de auto.

“0KM fout AdBlue bijvullen”

De motor wil niet starten.

Voor een herstart moet u zelf de reagenstank bijvullen.

Systeemstoringen

Als de beschreven controlelampjes gaan branden, kan dit gepaard gaan met een geluidssignaal.

Controleen waarschuwingslampjes

Boodschap

Interpretatie

en © gaan branden.

“Controleer lucht verontreiniging”

“Contoleer kwaliteit AdBlue”

“Controleer AdBlue injectie”

Geeft een storing in het systeem aan. Raadpleeg zo snel mogelijk de merkdealer.

en © gaan branden.

“xxxKM fout antiluchtveront.”

Dit duidt op een storing en op een actieradius van minder dan 1000 km of, afhankelijk van de auto, minder dan 800 km tot de motor niet meer start.

Deze waarschuwingen worden herhaald:

- Ongeveer om de 100 km: uw actieradius is 1000 tot 200 km of, afhankelijk van de auto, 800 tot 200 km tot de motor niet meer start;

- Elke 50 km wanneer er minder dan 200 km resteert voordat de auto niet meer kan worden gestart.

Raadpleeg zo snel mogelijk de merkdealer.

en © gaan branden.

“0 KM fout antiluchtveront.”

Geeft aan dat de auto niet opnieuw zal starten nadat het contact is uitgeschakeld. Roep de hulp in van een merkdealer.

Waarschuwing zonder melding op het instrumentenpaneel

Uitvoeringen voor bus en achterwielaandrijving

Het waarschuwingslampje verschijnt overeenkomstig de hoeveelheid reagens die wordt aangegeven door de brandstofpeilmeter 4 op het instrumentenpaneel.

Onderhoud/actieradius

Peil van de peilstaaf eruit

Waarschuwingen

Wat te doen?

Actieradius A

-

-

Actieradius B

gaat branden.

U moet de reagenstank (bij)vullen of dit laten doen door een merkdealer.

Actieradius C

knippert gedurende enkele seconden aan het begin van de waarschuwing en telkens wanneer het contact wordt aangezet en blijft dan branden.

Actieradius D

knippert gedurende enkele seconden aan het begin van de waarschuwing en telkens wanneer het contact wordt aangezet en blijft dan branden. Gaat gepaard met geluidssignalen.

De motor lijkt onvoldoende vermogen te hebben.

Vul de reagenstank zo snel mogelijk bij, of laat dit doen door een merkdealer.

Bij E

Lege tank.

knippert, met geluidssignalen.

In dit geval wordt, wanneer de motor de volgende keer wordt gestopt/gestart, de snelheid van de auto begrensd tot ongeveer 20 km/u totdat u de reagenstank vult of dit laat doen door een merkdealer.

Systeemstoringen

Als de beschreven controlelampjes gaan branden, kan dit gepaard gaan met een geluidssignaal.

Controleen waarschuwingslampjes

Boodschap

Interpretatie

en © gaan branden.

“Controleer lucht verontreiniging”

Geeft een storing in het systeem aan. Raadpleeg zo spoedig mogelijk uw merkdealer.

en © knipperen bij het starten van de motor en blijven dan branden.

-

Geeft een storing in het systeem aan met verlies van motorvermogen. Raadpleeg zo snel mogelijk de merkdealer.

knippert en © verschijnt.

-

Geeft een storing in het systeem aan. In dit geval wordt de snelheid van de auto, wanneer de motor de volgende keer wordt gestopt/gestart, begrensd tot ongeveer 20 km/u. Raadpleeg zo snel mogelijk de merkdealer.