ACHTERLICHTEN EN ZIJLICHTEN: de lampen vervangen
Richtingaanwijzers, achteruitrijlichten, mistlichten en remlichten
Om het licht te demonteren, draait u de schroeven 1 los.
De lampen staan onder druk en kunnen openbarsten bij het vervangen.
Verwondingsgevaar
Maak van buitenaf de lichten vrij door ze naar achteren te trekken.
Demonteer de lamphouders 3 door de klemmetjes 2 te ontgrendelen.
Bij het monteren
Ga bij het monteren te werk in omgekeerde volgorde en let op dat de bedrading niet wordt beschadigd en dat u de klemmetjes 2 van de lamphouder 3 vergrendelt.
4 Remlicht
Lamptype 4: P21W of, afhankelijk van de auto, PR21W.
5 Achteruitrijlicht
Lamptype 5: W16W.
6 Controlelampje
Lamptype 6: PY21W.
7 Mistlicht
Lamptype 7: P21W.
Zorg dat u altijd een doos met reservelampen en -zekeringen in de auto heeft, deze is verkrijgbaar bij een merkdealer.
LED Markeringslichten 8
Raadpleeg een merkdealer.
Derde LED remlicht 9
Raadpleeg een merkdealer.
LED kentekenverlichting 10
(afhankelijk van de auto)
Raadpleeg een merkdealer.
Kentekenverlichting
Draai de schroef 11 los.
Maak het kapje van het lamphuis los 12 zodat u bij het lampje kunt komen.
Lamptype: W5W.
LED zijknipperlichten 13
Raadpleeg een merkdealer.
De lampen staan onder druk en kunnen openbarsten bij het vervangen.
Verwondingsgevaar
Richtingaanwijzers 14
Aangezien de buitenspiegelkap moet worden verwijderd, kunt u de lamp best laten vervangen door een erkende dealer.
Toegang tot de lamp:
- Maak de buitenspiegelkap 15 voorzichtig los van de grondplaat 16 (beweging A).
- Maak de lamphouder 17 los met een platte schroevendraaier; til deze omhoog bij C (beweging B).
- Maak de lamphouder 17 los en verwijder deze; vervang dan de lamp 18.
Lamptype: WY5W.
Bij het monteren gaat u in omgekeerde volgorde te werk.
Zorg ervoor dat:
- de lamphouder 17 correct is uitgelijnd voordat u deze in de behuizing plaatst;
- de buitenspiegelkap 15 goed vastklikt op de grondplaat 16.
Bij demontage en montage: let op dat u de bedrading en de omliggende componenten niet beschadigt.