Displays en meters
Displays en meters
Instrumentenpaneel
verschijnt zodra het bestuurdersportier wordt geopend. Het oplichten van sommige controlelampjes
gaat vergezeld van een boodschap.
Afhankelijk van de auto kunt u de inhoud en de kleuren van uw instrumentenpaneel A naar eigen keuze instellen.
Weergave kiezen
Afhankelijk van de auto zijn er verschillende weergaven beschikbaar op het instrumentenpaneel.
Om een weergave te selecteren, drukt u zo vaak als nodig is op de knop 1 om door de verschillende weergaven op het instrumentenpaneel A te bladeren totdat u de gewenste weergave bereikt.
Alle beschikbare weergaven geven de volgende essentiële informatie weer op het instrumentenpaneel:
- snelheidsmeter;
- de informatie over de geactiveerde rijhulpmiddelen;
- informatiezone.
In de weergave "Rijhulpmiddelen" wordt de essentiële informatie op het instrumentenpaneel weergegeven
met die van de actieve rijhulpmiddelen op volledig scherm.
De "Klassieke" weergave toont de essentiële informatie op het instrumentenpaneel en, afhankelijk van het
voertuig, de energiemeter.
De weergave "Navigatie" toont de essentiële informatie en de routekaart die door het multimediasysteem is
gedupliceerd op het volledige instrumentenpaneel.
Realistisch beeld B
(afhankelijk van de auto)
Weergave B geeft de essentiële informatie weer op het instrumentenpaneel, samen met uw auto
en zijn omgeving (rijstroken, omringende voertuigen die in dezelfde richting rijden
enz.).
Opmerking: het systeem herkent alleen voertuigen in de categorieën auto's, vrachtwagens en motorfietsen.
De weergave "Minimaal" geeft alleen de essentiële informatie op het dashboard weer.
Weergave van de informatie
Snelheidsmeter 2
Informatie over rijhulpmiddelen 3
Het bereik met de overgebleven brandstof 4
Brandstofpeilmeter 5
Als het minimumpeil is bereikt, verschijnt het ingebouwde waarschuwingslampje in het oranje en klinkt er een piepsignaal. Ga zo snel mogelijk tanken.
Informatie over actieve navigatie 6
Energiemeter 7
Aan de energiemeter kunt u meteen het energieverbruik van uw auto zien ZUINIG RIJDEN.
Kilometertotaalteller 8
Waarschuwingslampje regeneratief remniveau 9E-TECH FULL HYBRID VOERTUIG (HEV)
Oplaadniveau tractiebatterij10
Waarschuwingslampje elektrische bedrijfsmodus 11
Dit verschijnt als het voertuig enkel wordt aangedreven door de tractiebatterij.
Informatiezone 12
Gebruik, afhankelijk van het voertuig, de knop 13 om door de diverse opties op het instrumentenpaneel te bladeren en deze te selecteren:
- informatie ritcomputer (kilometerteller, waarschuwingsmeldingen enz.);
- multimedia-informatie (kompas, audiobron die momenteel wordt afgespeeld enz.);
- ...
Head-up display 18
Dit display neemt de rij- en navigatie-informatie over van het instrumentenpaneel
en het multimediascherm. De informatie wordt op de voorruit geprojecteerd.
Als de auto hiermee is uitgerust, wordt de functie ingeschakeld bij het starten van
de motor en uitgeschakeld wanneer de motor wordt uitgezet.
Zie de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem voor de instellingen van het head-up
display.
De hoogte van de informatie op het display afstellen
Naargelang van uw rijhouding kunt u de informatie op het display naar boven of naar
beneden verplaatsen. U kunt het geprojecteerde beeld ook iets draaien.
Helderheid van het display instellen
De helderheid wordt automatisch aangepast aan het lichtniveau buiten de auto. Zodra
de lampen zijn ingeschakeld, kan de helderheid handmatig worden aangepast.
WAARSCHUWING
Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.
Raad
Gebruik geen oplosmiddelen, afwasmiddelen of schuurdoeken om de beschermlaag te reinigen.
Gebruik alleen microvezeldoekjes.
Raad
De zichtbaarheid van informatie kan worden beïnvloed door:
- de stand van de stoel
- de aanwezigheid van voorwerpen in de dashboardopening;
- het gebruik van gepolariseerde brillenglazen;
- extreme weersomstandigheden (regen, sneeuw, felle zon...)
WAARSCHUWING
Raadpleeg bij tegenstrijdige informatie tussen het instrumentenpaneel en het head-up
display / multimediascherm, de informatie op het instrumentenpaneel.
Instrumentenpaneel in mijlen
(mogelijkheid om over te gaan op km/u)
Als het voertuig stilstaat en de motor is ingeschakeld, selecteert u in het multimediascherm
19 de modus "Voertuig"-wereld", druk op het menu "Instellingen", daarna op "Systeem", "Eenheden" en vervolgens op "Snelheid".
Kies tussen km/h of mph.
De snelheidsmeter en sommige afstandsinformatie die op het instrumentenpaneel is weergegeven,
worden geconverteerd.
Om terug te gaan naar de vorige eenheid, gaat u op dezelfde manier te werk.
Opmerking: in beide gevallen gaat de boordcomputer, als de accu is uitgeschakeld, automatisch
terug naar de oorspronkelijke eenheid.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem voor meer informatie.
Raad
Om bepaalde rijhulpsystemen te kunnen gebruiken, dient u de meeteenheid op het instrumentenpaneel
te wijzigen om de juiste informatie te verkrijgen als u rijdt in een land waar de
snelheidseenheden verschillen van die welke standaard zijn ingesteld op uw auto.
WAARSCHUWING
Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.