BIJZONDERHEDEN VAN UITVOERINGEN MET LPG-MOTOR

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Deze voertuigen gebruiken twee soorten brandstof: LPG en benzine.

Ze zijn uitgerust met twee aparte reservoirs BRANDSTOFTANK.

Wat is LPG

LPG die voldoet aan de norm EN 589, of de overeenkomstige nationale wetgeving.

Het is herkenbaar aan zijn typische geur.

Keuzeschakelaar voor LPG-modus/benzinemodus 1

Hiermee schakelt u handmatig van de ene brandstofmodus over op de andere.

Groen controlelampje C

Wanneer het controlelampje C snel knippert, wacht het systeem op de juiste omstandigheden om op lpg-modus over te schakelen.

Het constante waarschuwingslampje C geeft aan dat de lpg-modus is geactiveerd.

Geel controlelampje B

Een constant brandend controlelampje geeft aan dat de benzinemodus actief is.

Controlelampjes voor brandstofpeil A

De controlelampjes A (4 groene lampjes en 1 rood lampje) duiden het peil van de LPG-tank aan.

Het rode controlelampje geeft de brandstofreserve weer.

De weergegeven hoeveelheid LPG is indicatief.

Bij overschakelen naar het rode controlelampje klinkt er een pieptoon.

Dit geeft aan dat de tank bijna leeg is en dat de motor de LPG-reservetank gebruikt (max. bereik van 80 km).

Als het gele controlelampje B brandt terwijl het groene controlelampje C traag knippert en er een geluidssignaal weerklinkt, moet u zich voor een controle bij uw merkdealer melden.

Starten van de motor

De motor start altijd op benzine.

- Voor voertuigen met een sleutel STARTEN, STOPPEN VAN DE MOTOR: auto met sleutel.

- Voor voertuigen met een card DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met kaart.

Opmerking: als de LPG-modus actief is bij het starten van de motor, schakelt het systeem tijdelijk terug naar de benzinemodus: het groene controlelampje C verdwijnt zonder pieptoon en het gele controlelampje B verschijnt, om aan te geven dat de benzinemodus actief is.

Zodra aan de omgevingsvoorwaarden is voldaan (motortemperatuur enz.), schakelt het systeem automatisch over op LPG-modus: het groene controlelampje C verschijnt en blijft branden.

Brandstofmodus wijzigen tijdens het rijden

Handmatig overschakelen van benzinemodus naar LPG-modus

druk op de knop 1.

De overgang naar LPG gebeurt tijdens de eerste versnelling:

- de LPG-peilmeter A wordt geactiveerd;

- het gele controlelampje B verdwijnt;

- het groene controlelampje C knippert snel om te bevestigen dat de LPG-modus is geselecteerd en stopt vervolgens met knipperen wanneer de LPG-modus is geactiveerd.

Handmatig overschakelen van LPG-modus naar benzinemodus

Laat het gaspedaal los en druk op de schakelaar 1.

De benzinemodus wordt weergegeven met het gele controlelampje B.

Om toegang te krijgen tot de informatie en de LPG-ritparameters te resetten BOORDCOMPUTER: gegevens van de reis.

Zolang de brandstoftank leeg is, kan het voertuig niet starten of alleen in LPG-modus rijden.

Gebruik van de twee brandstoffen LPG/benzine vereist de aanwezigheid van benzine (voor starten, hoge acceleratie, lage temperaturen, enz.).

Wanneer het oranje controlelampje verschijnt op het instrumentenpaneel en er een pieptoon klinkt, vult u de benzinetank zo snel mogelijk bij.

De LPG-installatie in de auto kan de eigenschappen van een auto met benzinemotor wijzigen.

Het gaat hierbij om het aantal zitplaatsen, de massa’s (nuttig laadvermogen) en het aanhangwagenvermogen.

Ga naar een merkdealer.

Brandstofmodus wijzigen tijdens het rijden (vervolg)

Automatisch overschakelen van LPG-modus naar benzinemodus

Afhankelijk van de auto kan het systeem in bepaalde gebruiksomstandigheden (bv. bij sterke versnelling) beslissen om tijdelijk naar benzinemodus te schakelen zonder dat er een geluidssignaal weerklinkt.

Het groene controlelampje C knippert zonder geluidssignaal.

Als de omstandigheden het opnieuw toelaten, schakelt het systeem automatisch terug over op lpg-modus.

NB: na verschillende mislukte pogingen kan het systeem beslissen in benzinemodus te blijven gedurende de huidige route.

Nadat de motor gedurende ongeveer een minuut helemaal is gestopt, kan een nieuwe poging worden gedaan.

LPG-tank leeg

Wanneer er geen LPG meer in de tank zit, schakelt het systeem automatisch over op de benzinemodus.

U wordt hiervan op de hoogte gebracht door:

- de groene C en gele B controlelampjes verschijnen;

- er klinkt een piep.

Als u drukt op de schakelaar 1, stopt het piepsignaal en blijft enkel het constante gele controlelampje B branden.

LPG tanken BRANDSTOFTANK.

Storingen

Bij een storing die de normale werking van de motor verhindert, schakelt het systeem automatisch van de LPG-modus op de benzinemodus over.

Dit wordt bevestigd door:

- het oplichten van het gele controlelampje B;

- het langzaam knipperen van het groene controlelampje C;

- er klinkt een piep.

Als u drukt op de schakelaar 1, stopt het geluidssignaal en blijft enkel het gele controlelampje B branden.

Raadpleeg zo snel mogelijk een merkdealer.

Bij rijden in moeilijke omstandigheden

Bij zeer koud weer (temperatuur onder ongeveer 10°C) en afhankelijk van de kwaliteit van het gebruikte gas, kan het systeem automatisch de voorwaarden regelen voor het schakelen tussen LPG-modus en benzinemodus.

Opmerking: voor voertuigen die zijn uitgerust, wordt het gebruik aanbevolen van de ECO modus onder deze omstandigheden (vooral onder 0°C) om het gebruik van de LPG-modus te maximaliseren TIPS VOOR HET RIJDEN, ECO-MODUS.

Bij ongeval

De belangrijkste voorzorgsmaatregelen zijn dezelfde als voor een auto met benzinemotor:

- vastzetten van de parkeerrem;

- leg de motor stil (een veiligheidsinrichting die verhindert dat er LPG in de motor komt, schakelt automatisch in);

- zet het contact uit;

- houd u aan de ter plaatse geldende wetgeving.

LPG heeft een zeer specifieke geur zodat u eventuele lekken gemakkelijk kunt vaststellen.

Indien u een gasgeur in of rondom uw auto opmerkt:

- moet u onmiddellijk op benzinemodus overschakelen en controleren of er zich in de nabijheid van de auto geen ontstekingsbron bevindt;

- moet u naar een merkdealer gaan.

U mag geen enkel onderdeel van het LPG-systeem aanraken, bekloppen of demonteren.