Terug naar de lijst

PEILEN, FILTERS

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Koelvloeistof voor de verbrandingsmotor

Met het contact uit en de auto koud en op een vlakke ondergrond, moet het peil liggen tussen de markeringen “MINI” en “MAXI” op het koelvloeistofreservoir 1.

Vul bij koude motor bij, voordat het peil beneden het “MINI”-merkteken is gedaald.

Regelmatige controle van het peil

Controleer regelmatig het koelvloeistofpeil (een gebrek aan koelvloeistof kan de verbrandingsmotor ernstig beschadigen).

Vul uitsluitend bij met door onze technische dienst goedgekeurde producten die zorgen voor:

- een bescherming tegen bevriezen;

- een bescherming tegen corrosie van het koelcircuit.

Interval voor het vervangen

Raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.

Voordat u iets doet onder de motorkap, moet u het contact afzetten. DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met sleutel of DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met kaart.

Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen

Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.

Verwondingsgevaar

Zolang de verbrandingsmotor warm is, mag er niet worden gewerkt aan de motor en het koelsysteem.

Risico van brandwonden.

Koelmiddel elektrisch tractiesysteem

Dit is een ander systeem dan bij de verbrandingsmotor.

Het dient voor het koelen van de elektromotor.

Het peil aflezen

Draai de dop van het koelvloeistofreservoir 2, met het contact uitgeschakeld en het voertuig op een vlakke ondergrond geparkeerd.

Bij koude motor moet het niveau tussen de markeringen “MIN” 3 en “MAX” 4 in de vulhals staan.

Regelmatige controle van het peil

Controleer regelmatig het koelvloeistofpeil (het elektrisch systeem kan ernstig beschadigd worden door een gebrek aan koelvloeistof).

Als aanvulling nodig is, vraagt u een merkdealer om dit uit te voeren.

Interval voor het vervangen

Raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.

Voordat u iets doet onder de motorkap, moet u het contact afzetten DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met sleutel of DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met kaart.

Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen

Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.

Verwondingsgevaar

Zolang de verbrandingsmotor warm is, mag er niet worden gewerkt aan de motor en het koelsysteem.

Risico van brandwonden.

Remvloeistof

Controleer regelmatig het peil van de remvloeistof en zeker als u bij het remmen een verschil, hoe gering ook, opmerkt.

Controleer het peil met het voertuig op een vlakke ondergrond en het contact uitgeschakeld.

Peil 5

Het is normaal dat het remvloeistofpeil daalt met het slijten van de remblokken, maar het mag nooit beneden het “MINI"-merkteken komen.

Als u zelf de slijtage van de remblokken en schijven wilt controleren, vraag dan bij uw dealer naar de brochure met de controlemethode of raadpleeg de website van de fabrikant.

Vullen

Na werkzaamheden aan het hydraulische circuit moet de remvloeistof worden vervangen door een deskundige.

Gebruik hiervoor uitsluitend door onze technische dienst goedgekeurde remvloeistof uit een verzegelde verpakking.

Interval voor het vervangen

Raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.

Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen

Voordat u iets doet onder de motorkap, moet u het contact afzetten DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met sleutel of DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met kaart.

Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.

Verwondingsgevaar

Let op bij werkzaamheden dicht bij de verbrandingsmotor; deze kan nog warm zijn.

Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien.

Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.

Verwondingsgevaar

Voorruitsproeierreservoir

Vullen

Open met het contact uit de dop 6.

Vul bij tot u de vloeistof ziet en zet de dop terug.

Opmerking: controleer regelmatig het peil van het reservoir en vul dit bij voordat u begint aan een rit.

Vloeistof

Product voor ruitensproeiers.

Gebruik ‘s winters een antivriesmiddel.

Gebruik producten die erkend zijn door een merkdealer.

Opmerking: gebruik geen zuiver water (risico op beschadiging van de aanzuigpomp, kalkafzetting op de pomp en de sproeiers).

Sproeiers

Raadpleeg een merkdealer om de sproeiers van de voorruit op de juiste hoogte te richten.

Filters

Het vervangen van de filters (luchtfilter, interieurfilter, brandstoffilter) maakt deel uit van het onderhoudsprogramma van uw auto.

Interval voor het vervangen van de filters: raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.

Voordat u iets doet onder de motorkap, moet u het contact afzetten. DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met sleutel of DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met kaart.

Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.

Verwondingsgevaar

Let op bij werkzaamheden dicht bij de verbrandingsmotor; deze kan nog warm zijn.

Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien.

Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.

Verwondingsgevaar

vloeistofpeilen