PEILEN
Koelvloeistof
Bij stilstaande motor en op horizontale ondergrond, moet het peil bij koude motor liggen tussen de merktekens “MINI” en “MAXI” aangegeven op het koelvloeistofreservoir 1.
Vul bij koude motor bij, voordat het peil beneden het “MINI”-merkteken is gedaald.
Regelmatige controle van het peil
Controleer regelmatig het peil van de koelvloeistof (de motor kan ernstig beschadigen door een gebrek aan koelvloeistof).
Vul uitsluitend bij met door onze technische dienst goedgekeurde producten die zorgen voor:
- een bescherming tegen bevriezen;
- een bescherming tegen corrosie van het koelcircuit.
Interval voor het vervangen
Raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.
Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.
Verwondingsgevaar.
Voordat u in de motorruimte werkzaamheden kunt uitvoeren, moet u absoluut het contact uitzetten (zie “De motor starten en stoppen” in hoofdstuk 2).
Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen
Zolang de motor warm is, mogen er geen werkzaamheden aan de motor en het koelsysteem worden uitgevoerd.
Risico van brandwonden.
Remvloeistof
Controle van het peil moet bij stilstaande motor en op horizontale ondergrond plaatsvinden.
Controleer regelmatig het peil van de remvloeistof en zeker als u bij het remmen een verschil, hoe gering ook, opmerkt.
Peil 2
Het is normaal dat het remvloeistofpeil daalt met het slijten van de remblokken, maar het mag nooit beneden het “MINI"-merkteken komen.
Als u zelf de slijtage van de remblokken en schijven wilt controleren, vraag dan bij uw dealer naar de brochure met de controlemethode of raadpleeg de website van de fabrikant.
Vullen
Na werkzaamheden aan het hydraulische circuit moet de remvloeistof worden vervangen door een deskundige.
Gebruik hiervoor uitsluitend door onze technische dienst goedgekeurde remvloeistof uit een verzegelde verpakking.
Interval voor het vervangen
Raadpleeg het onderhoudsdocument van uw auto.
Als het peil abnormaal of herhaaldelijk daalt, moet u een merkdealer raadplegen
Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.
Verwondingsgevaar.
Voorruitsproeierreservoir
Vullen
Stilstaande motor, open de dop 3. Vul bij tot u de vloeistof ziet en plaats de dop terug.
Vloeistof
Product voor ruitensproeiers (‘s winters met speciale antivries).
Voordat u in de motorruimte werkzaamheden kunt uitvoeren, moet u absoluut het contact uitzetten (zie “De motor starten en stoppen” in hoofdstuk 2).
Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.
Verwondingsgevaar.
Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.
Verwondingsgevaar.