Kinderveiligheid: de passagiersairbag voorin uitschakelen, inschakelen

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Kinderveiligheid: de passagiersairbag voorin uitschakelen, inschakelen

Uitschakelen passagiersairbag voorin

nadat u een kinderzitje op de passagiersstoel voorin installeert:
  • controleer of het kinderzitje op deze stoel kan worden geïnstalleerd;
  • u moet de airbag uitschakelen als u een achterstevoren geplaatst kinderzitje gebruikt.
Uitschakelen van de airbag: druk met stilstaande auto en contact uit, op de vergrendeling 1 en draai deze naar stand OFF.
Nadat u het contact weer aangezet hebt, moet u controleren of het waarschuwingslampje verschijnt op de display 2.
Dit lampje blijft constant branden om u eraan te herinneren dat u een kinderzitje kunt gebruiken.
WAARSCHUWING
De passagiersairbag mag alleen worden in- of uitgeschakeld wanneer het voertuig stilstaat en het contact uit is.
Als dit bij rijdende auto gebeurt, lichten de controlelampjes en op.
Om de staat van de airbag weer in overeenstemming te brengen met de stand van de grendel, zet u het contact uit en weer aan.
WAARSCHUWING
GEVAAR
Omdat de werking van de passagiers voorin airbag niet compatibel is met de positie van een achterstevoren geplaatst kinderzitje, gebruik dan NOOIT een achterstevoren geplaatst kinderzitje dat beschermd is door een AIRBAG voorin die ACTIEF is als er gevaar is van FATAAL of ERNSTIG LETSEL aan het KIND.
De markeringen op het dashboard en de labels A aan elke kant van de zonneklep van de passagier 3 (zie bovenstaand voorbeeld van label) herinneren u aan deze instructies.

Inschakelen van de passagiersairbag voorin

Zodra het kinderzitje van de passagiersstoel verwijderd is, moet u de airbag weer inschakelen om de voorpassagier bij een botsing te beschermen.
Opnieuw inschakelen van de airbag: druk met stilstaande auto, en contact uit, op de grendel 1 en draai deze naar stand ON.
Als het contact is ingeschakeld, moet u controleren of het waarschuwingslampje uit is en of het waarschuwingslampje verschijnt op de display 2 na elke start gedurende ongeveer 60 seconden.
De passagiersairbag voorin is ingeschakeld.

Storingen

In geval van een storing aan het systeem voor het in- en uitschakelen van de passagiersairbag, is het verboden een achterstevoren geplaatst kinderzitje op de voorstoel te gebruiken.
Het gebruik van de voorstoel door een passagier wordt ook afgeraden.
Raadpleeg zo snel mogelijk een merkdealer.
WAARSCHUWING
De passagiersairbag voorin mag alleen worden geactiveerd of gedeactiveerd wanneer de auto stilstaat met het contact uit.
Als dit bij rijdende auto gebeurt, lichten de controlelampjes en op.
Om de staat van de airbag weer in overeenstemming te brengen met de stand van de grendel, zet u het contact uit en weer aan.