MULTI-SENSE
Afhankelijk van de auto kunt u met het Multi-Sense systeem kiezen uit verschillende rijmodi die van invloed zijn op rijden, omgevingsverlichting, comfort en rijpositie:
- alle modi zijn voorgeconfigureerd en kunnen worden aangepast (sfeerverlichting, enz.);
- de modus Perso kan worden aangepast.
De rijstijlmodi regelen:
- stuurkracht;
- ESC (elektronisch stabiliteitsprogramma);
- de reactiviteit van de motor en de transmissie.
Zij zijn eveneens van invloed op:
- de verlichting van het interieur en het instrumentenpaneel
- de presentatie van het instrumentenpaneel en het multimediascherm;
- afhankelijk van de auto, de rijpositie.
Motorinstellingen zijn specifiek voor elk van de rijstijlmodi en kunnen niet worden aangepast, behalve de Perso-modus.
Openen van het menu
Afhankelijk van de auto kunt u Multi-Sense activeren:
- via het multimediascherm 1;
- met behulp van de stuurkolomschakelaar 2.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem voor meer informatie.
Werkingsstand Eco
Eco modus gericht op energiebesparing. Door goed beheer van de motor, versnellingsbak en het verwarmingsniveau, kan het verbruik worden verlaagd. TIPS VOOR HET RIJDEN, ECO RIJDEN.
stand Sport
In deze werkingsstand reageren de motor en de versnellingsbak beter. De besturing is krachtiger.
Stand Comfort
Bij het gebruik van standaard voertuiginstellingen biedt deze modus u het beste compromis tussen comfort en dynamiek.
Nadat de motor is uitgezet, wordt de auto altijd gestart in de modus Comfort.
Afhankelijk van het model zijn deze modi beschikbaar:
Stand Perso
Deze modus maakt de volledige configuratie van de rijelementen mogelijk, inclusief het reactievermogen van de motor.
Stand Snow
Deze modus biedt optimale prestaties voor rijden door sneeuw.
Stand All-Terrain
Deze modus biedt optimale prestaties voor terreinrijden.
U kunt de modus resetten via modusinstellingen.
In de modi “All-Terrain” en “Snow” zijn bepaalde rijhulpfuncties (Stop and Go adaptieve snelheidsregelaar, Active Driver Assist, enz.) niet beschikbaar; ze worden automatisch uitgeschakeld als een van deze twee modi wordt gekozen.
openR instrumentenpaneel
