HANDSFREE KAART: gebruik

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

Er zijn drie manieren voor het vergrendelen/ontgrendelen van de auto:

- handsfree, terwijl men naar de auto toe loopt of ervan wegloopt;

- afhankelijk van de auto: handsfree met behulp van de knop 2 op de handgreep 1 van een van de voorportieren;

- de kaart gebruiken in de afstandsbedieningsmodus.

De handsfree-functie uit- of inschakelen

Afhankelijk van de auto kunt u deze functies uit- of inschakelen:

- de auto ontgrendelen terwijl men ernaar toe loopt en vergrendelen terwijl men ervan wegloopt;

- de auto vergrendelen of ontgrendelen door te drukken op de knoppen van de portierhandgreep.

Ook het geluidssignaal dat klinkt als de auto wordt vergrendeld terwijl men ervan wegloopt, kan worden uit- of ingeschakeld. MENU VOOR HET PERSONALISEREN VAN DE AUTO-INSTELLINGEN

Bewaar de kaart niet op een plaats waar andere elektronische apparaten (computer, telefoon, enz.) de werking ervan kunnen verstoren.

Laat nooit een kaart in de auto liggen als u de auto verlaat.

Verantwoordelijkheid van de bestuurder tijdens het parkeren of stoppen van de auto

Laat nooit, ook niet heel even, een kind, een afhankelijke volwassene of een dier in de auto achter als u deze verlaat.

Ze kunnen zichzelf of anderen in gevaar brengen door bijvoorbeeld de motor te starten, de ruitbediening te activeren of de portieren te vergrendelen.

Bovendien kan bij warm, zonnig weer de temperatuur in het interieur heel erg snel oplopen.

LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN ERNSTIG LETSEL.

Handsfree ontgrendeling bij het naderen van de auto;

Als de kaart in de toegangszone 3 is, wordt de auto ontgrendeld. Het ontgrendelen ziet u aan het één keer oplichten van de knipperlichten en de zijknipperlichten.

Handsfree vergrendelen terwijl men van de auto wegloopt

Als u van de auto wegloopt met de kaart bij u en met de portieren en achterklep gesloten, wordt de auto automatisch vergrendeld zodra u de toegangszone 3 verlaat.

N.B.: de afstand waarop de auto vergrendeld wordt, hangt af van de omgeving.

U kunt zien dat de auto wordt vergrendeld doordat de alarmknipperlichten tweemaal knipperen en vervolgens gedurende ongeveer vier seconden branden; ook hoort u een geluidssignaal.

Indien de kaart ongeveer 15 minuten binnen de toegangszone 3 blijft, wordt de vergrendeling op afstand uitgeschakeld. Om de auto te vergrendelen drukt u op de knop 2 op de handgreep 1 of, afhankelijk van de auto, op de knop 5 op de kaart.

De auto kan alleen worden vergrendeld als de kaart binnen de zone 4 is.

Afhankelijk van de auto worden de buitenspiegels automatisch in-/uitgeklapt bij het ver-/ontgrendelen van de auto. SPIEGELS

Handsfree vergrendelen/ontgrendelen met knop 2

Druk, met de kaart in gebied 3 en de auto vergrendeld, op de knop 2 op de handgreep 1 op een van de twee voorportieren: afhankelijk van de auto wordt de auto ontgrendeld. Met een druk op knop 2 wordt ook de hele auto ontgrendeld.

De alarmlichten en zijknipperlichten knipperen eenmaal om aan te geven dat de portieren zijn ontgrendeld. Bij sommige voertuigen worden de buitenspiegels automatisch uitgeklapt.

Met een volgende druk op de knop 2 wordt de auto weer vergrendeld.

De alarmknipperlichten knipperen tweemaal om aan te geven dat het voertuig vergrendeld is. Afhankelijk van het voertuig worden de buitenspiegels automatisch ingeklapt.

Bijzonderheden met betrekking tot het ontgrendelen

In bepaalde omstandigheden wordt ontgrendeling bij benadering van de auto uitgeschakeld:

- na acht dagen zonder gebruik van de auto;

- als de kaart na het vergrendelen van de auto ongeveer vijf minuten in de buurt van zone 3 van de auto blijft;

- na verschillende ritten in de buurt van zone 3 van de auto en zonder dat de portieren ontgrendeld zijn.

Druk op de knop 2 (handgreep van voorportier) of gebruik de kaart met afstandsbediening (zie de volgende pagina’s) om de auto te ontgrendelen en de handsfree modus opnieuw te activeren.

Bijzonderheden met betrekking tot handsfree vergrendelen

Nadat de auto is vergrendeld met de handsfree-functie, moet u ongeveer drie seconden wachten voordat u de auto weer kunt ontgrendelen. Tijdens deze drie seconden kunt u nagaan of de auto goed vergrendeld is door aan de handgrepen van de deuren te trekken.

Opmerking: als een portier of de kofferbak open is of niet goed is gesloten, wordt de vergrendeling niet uitgevoerd. Er klinkt een geluidssignaal en de alarm- en zijknipperlichten knipperen niet.

Gebruik van de card met afstandsbediening

Ontgrendelen met behulp van de kaart

Druk op de knop 7.

De alarmlichten en zijknipperlichten knipperen eenmaal om aan te geven dat de portieren zijn ontgrendeld. Bij sommige voertuigen worden de buitenspiegels automatisch uitgeklapt.

Vergrendelen met de kaart

Met de portieren en de bagageruimte gesloten, druk op de knop 5: de auto wordt vergrendeld.

De alarmknipperlichten knipperen tweemaal om aan te geven dat het voertuig vergrendeld is. Afhankelijk van het voertuig worden de buitenspiegels automatisch ingeklapt.

Door twee keer op de knop 5 te drukken wordt de auto vergrendeld en kunnen de voor- en achterruiten (afhankelijk van de auto) worden gesloten.

Opmerking:

- de maximale afstand waarop de auto vergrendeld wordt, hangt af van de omgeving;

- als een portier of de achterklep open is of niet goed is gesloten, wordt de vergrendeling niet uitgevoerd. Er klinkt een geluidssignaal en de alarm- en zijknipperlichten knipperen niet.

Als de motor draait werken de knoppen van de card niet.

Als de kaart zich bij een gestarte motor en na het openen en sluiten van een portier niet langer binnen de zone 4bevindt, waarschuwt het bericht “Kaart niet gedetecteerd” u dat de kaart zich niet in de auto bevindt. Dit helpt om bijvoorbeeld te voorkomen dat u wegrijdt nadat een passagier is uitgestapt met de kaart bij zich.

De waarschuwing verdwijnt zodra de card weer gedetecteerd is.

Vergrendelen/ontgrendelen van alleen de achterklep

Druk op de knop 6 om enkel de koffer te vergrendelen/ontgrendelen.

Als de auto extra portiervergrendeling heeft, kunnen hiermee de portieren worden vergrendeld en niet met de handgrepen aan de binnenkant van de portieren worden ontgrendeld (na het inslaan van een ruit om het portier van binnenuit te openen).

Om de extra portiervergrendeling in te schakelen

Druk hiervoor twee keer snel achter elkaar op de knop 1.

Het vergrendelen wordt bevestigd doordat de alarmknipperlichten en de zijknipperlichten twee keer traag en drie keer snel knipperen.

Bijzonderheid: de extra vergrendeling werkt niet als de knipperlichten of de markeringslichten branden.

Gebruik nooit de extra portiervergrendeling als er nog iemand in de auto zit.

Afhankelijk van de auto worden de buitenspiegels automatisch ingeklapt bij het vergrendelen van de auto. SPIEGELS

Deactiveren van de extra portiervergrendeling

Ontgrendel de auto met behulp van de knop 1 op de kaart.

Bij ontgrendelen ziet u de knipperlichten en zijknipperlichten één keer knipperen.

RENAULT HANDSFREE KAART