Werkzaamheden
Werkzaamheden
Het hybride systeem selecteert de verbrandingsmotor en/of de elektromotor op basis
van de rijstijl (soepel, sportief enz), de verkeerssituatie en de gekozen rijmodus
(zie "MULTI-SENSE" in hoofdstuk 3 van de autohandleiding).
Slecht weer, diepe plassen op de weg:
- Rijd niet verder als het water op de weg hoger staat dan de onderrand van de velgen.
Energie-indicator 1
Afhankelijk van de geselecteerde rijmodus duidt de indicator 1 de energiestromen aan tussen:
- de elektrische groep (tractiebatterij en elektromotor);
- de verbrandingsmotor.
De kleur van de stromen varieert:
- blauw: elektrische energie;
- wit: energie geproduceerd door de verbrandingsmotor.
Stroom A "Elektrische tractie"
De elektrische groep levert het vermogen om het voertuig aan te drijven.
Stroom B "Verbrandingsmotor"
De verbrandingsmotor levert het vermogen om het voertuig aan te drijven.
Stroom C "Energieterugwinning"
Wanneer u het gaspedaal loslaat of het rempedaal indrukt, zet de elektromotor en/of
het regeneratieve remsysteem de energie die wordt geproduceerd door de vertraging
van het voertuig om in elektrische energie.
Deze wordt gebruikt om het voertuig af te remmen en de tractiebatterij op te laden.
Stroom D "Energieproductie"
De verbrandingsmotor laadt de tractiebatterij op.
Opmerking: een combinatie van verschillende stromen is mogelijk (bijv. een combinatie van stroom
A en stroom B betekent dat zowel de verbrandingsmotor als de elektromotor het voertuig aandrijven).
Raad
bijzonderheid
Wanneer de tractiebatterij een maximaal laadniveau bereikt, wordt regeneratief remmen
(motorrem) tijdelijk verminderd. Pas uw rijstijl hierop aan.
WAARSCHUWING
Het remmen op de motor kan in geen geval het indrukken van het rempedaal vervangen.
Volledig elektrische rijmodus
Het waarschuwingslampje 2 verschijnt op het instrumentenpaneel om aan te geven dat het hybride systeem alleen
de elektrische groep gebruikt om het voertuig aan te drijven.
Opmerking: modus EV kan alleen worden geactiveerd in modus My Sense of ECO.
Wanneer het hybride systeem het voertuig aandrijft via de verbrandingsmotor met of
zonder de elektromotor, kunt u handmatig overschakelen naar de volledig elektrische
modus.
Deze modus is toegankelijk als:
- de tractieaccu is voldoende opgeladen;
- als de auto minder hard rijdt dan ongeveer 50 km/u.
Druk op de schakelaar 3.
Het waarschuwingslampje van schakelaar 3 verschijnt en het waarschuwingslampje 2 verschijnt op het instrumentenpaneel.
Anders verschijnt het bericht "EV niet beschikbaar" op het instrumentenpaneel.
Druk nogmaals op de schakelaar 3 om de volledig elektrische modus uit te schakelen. Het waarschuwingslampje 3 in de schakelaar dooft. Het waarschuwingslampje 2 verdwijnt van het instrumentenpaneel wanneer het voertuig overschakelt naar de hybride
modus en de verbrandingsmotor start.
Opmerking: als het laadniveau van de tractiebatterij laag is, schakelt het voertuig automatisch
over naar de hybride modus en start de verbrandingsmotor: het waarschuwingslampje
2 verdwijnt van het instrumentenpaneel en het waarschuwingslampje van schakelaar 3 gaat uit om dit te bevestigen.